Articles

MRI-beeldvorming nu structureel geïntegreerd in de diagnostiek van prostaatkanker

NTVO - 2021, nummer 1, february 2021

dr. I. Wagensveld , drs. B. Israël , prof. dr. T. M. de Reijke , prof. dr. R.J.A. van Moorselaar , dr. I.M. van Oort , C. Tillier MSc., dr. E. Vegt , dr. H.T.H.J. Niekus , dr. I. Mostovaya , dr. W.J. Harmsen , prof. dr. J.O. Barentsz , dr. I.G. Schoots

SAMENVATTING

In Nederland wordt jaarlijks bij ongeveer 12.000 mannen de diagnose prostaatkanker gesteld. Prostaatkanker is in Nederland de meest voorkomende vorm, als ook de tweede doodsoorzaak van solide kankers bij mannen. In 2016 is de modulaire revisie van de richtlijn Prostaatcarcinoom gestart aan de hand van uitkomsten van een knelpunteninventarisatie (vijf delen), waarvan de module ‘diagnostische prostaat-MRI’ recentelijk is gepubliceerd. De revisie is uitgevoerd door een werkgroep bestaande uit gemandateerde afgevaardigden van meerdere wetenschappelijke en beroepsverenigingen als ook de patiëntenvereniging, met de methodologische begeleiding en secretariële ondersteuning van het proces door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (FMS). Sinds januari 2020 wordt prostaat-MRI aanbevolen – voorafgaand aan de indicatie tot het nemen van prostaatbiopten – en worden MRI-gestuurde biopten gebruikt als aanvulling op de standaard systematische echogeleide biopten. Als de MRI geen suspecte afwijkingen laat zien, kunnen systematische echogeleide biopten achterwege worden gelaten als er geen risicofactoren aanwezig zijn. Het inzetten van prostaat-MRI bij mannen met een verhoogd risico op prostaatkanker kan, in combinatie met gezamenlijke besluitvorming, leiden tot meer gepersonaliseerde diagnostiek.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:12-5)

Lees verder

Revisie van de richtlijn ‘Vermoeidheid bij kanker in de palliatieve fase’

NTVO - 2019, nummer 6, september 2019

prof. dr. C.C.D. van der Rijt , dr. J.P. van den Berg , dr. M.E.W.J. Peters , drs. G. Hartvelt-Faber , prof. dr. J.A. Knoop , dr. H.T.H.J. Niekus , drs. M.J.D.L. van der Vorst , M. Verseveld MSc, A. Terpstra , M. Wals

SAMENVATTING

De richtlijn ‘Vermoeidheid bij kanker in de palliatieve fase’ is in 2019 herzien door een richtlijnwerkgroep met gemandateerde leden namens diverse wetenschappelijke, beroeps- en patiëntenverenigingen. Aan de hand van de knelpuntenanalyse zijn zes uitgangsvragen geformuleerd die ‘evidence-based’ zijn uitgewerkt: psycho-educatie, psychosociale interventies, beweging/lichamelijke activiteit en medicamenteuze behandeling met corticosteroïden, psychostimulantia en antidepressiva. Andere onderwerpen zijn ‘consensus-based’ herschreven. De richtlijn focust op het ondersteunen van de patiënt en diens naasten bij het verminderen van vermoeidheid en het leren omgaan met vermoeidheid. In de herziene richtlijn is duidelijker gedefinieerd wie verantwoordelijk is voor de signalering van vermoeidheid. Psychosociale interventies en bewegingsinterventies worden geadviseerd voor patiënten in de vroeg-palliatieve fase wanneer psycho-educatie onvoldoende effect heeft of er een functionele beperking bij inspanning bestaat. Medicatie wordt alleen geadviseerd in de terminale fase.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2019;16:232–5)

Lees verder