Articles

Ontwikkelingen in de diagnostiek en behandeling van perihilair cholangiocarcinoom

NTVO - 2020, nummer 4, june 2020

L.C. Franken , dr. E. Roos , dr. H.J. Klümpen , prof. dr. J. Verheij , prof. dr. O.M. van Delden , dr. M.R. Meijerink , dr. R.L.J. van Wanrooij , prof. dr. J.E. van Hooft , dr. B.M. Zonderhuis , A. Schoorlemmer MSc, prof. dr. R. Bennink , prof. dr. T.M. van Gulik , prof. dr. G. Kazemier , dr. J.I. Erdmann , dr. R.J. Swijnenburg

SAMENVATTING

Perihilair cholangiocarcinoom (PHC) behoort tot een heterogene groep van galwegtumoren die worden onderverdeeld naar anatomische locatie: intrahepatisch, perihilair en distaal cholangiocarcinoom. De enige curatieve behandeling voor PHC is chirurgisch, meestal bestaande uit een majeure leverresectie gecombineerd met een externe galwegresectie. Verschillende uitdagingen in de diagnostiek en behandeling van patiënten met PHC hebben de afgelopen jaren geleid tot nieuwe ontwikkelingen rondom beeldvorming, biliaire drainage, stadiëring en resectabiliteit. Dit artikel geeft een overzicht van de ontwikkelingen en uitkomsten van chirurgische behandeling van PHC, met een aantal aanbevelingen voor de ‘work-up’ van patiënten. Ook worden verschillende mogelijkheden voor patiënten met PHC besproken die niet in aanmerking komen voor een resectie, zoals levertransplantatie, lokaal ablatieve therapieën en palliatieve systemische therapie.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2020;17:132–9)

Lees verder

De rol van selectieve inwendige radiotherapie (SIRT) bij de behandeling van het hepatocellulair carcinoom

NTVO - 2019, nummer 5, july 2019

prof. dr. O.M. van Delden , drs. T.A. Labeur , dr. R.B. Takkenberg , dr. H.J. Klümpen

SAMENVATTING

Selectieve inwendige radiotherapie (SIRT) staat de laatste jaren sterk in de belangstelling als mogelijke behandeling voor ‘advanced stage’-HCC en ‘intermediate stage’-HCC. Twee ‘randomized controlled trials’ (RCT’s) waarin SIRT met systemische behandeling wordt vergeleken, laten geen verschil in overleving zien, maar wel een verschil in bijwerkingen in het voordeel van SIRT. De voorlopige resultaten van een RCT waarin SIRT + systemische behandeling wordt vergeleken met systemische behandeling laten evenmin een verschil in overleving zien. Er zijn geen gegevens uit goede RCT’s beschikbaar waarin SIRT met TACE wordt vergeleken voor de behandeling van ‘intermediate stage’-HCC. De toekomstige plaats van SIRT bij de behandeling van HCC zal afhangen van verdere (subgroep)analyses en de ontwikkelingen op het gebied van systemische behandeling.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2019;16:186–9)

Lees verder

Nieuwe ontwikkelingen in de adjuvante behandeling van het cholangiocarcinoom en galblaascarcinoom

NTVO - 2019, nummer 1, february 2019

drs. A. Belkouz , prof. dr. J.W. Wilmink , dr. N. Haj Mohammad , dr. J. Hagendoorn , drs. J. de Vos-Geelen , prof. dr. C.H.C. de Jong , dr. M.Y.V. Homs , dr. B. Groot Koerkamp , prof. dr. T.M. van Gulik , prof. dr. C.J.A. Punt , dr. H.J. Klümpen

Samenvatting

De recidiefkans na een curatieve resectie voor het cholangiocarcinoom en galblaascarcinoom is hoog. Resultaten van retrospectieve studies en prospectieve fase 2-studies tonen dat adjuvante chemo(radio)therapie mogelijk effectief en veilig is na resectie van een cholangiocarcinoom of een galblaascarcinoom. Om de waarde van adjuvante chemo(radio)therapie bij patiënten met een cholangiocarcinoom en galblaascarcinoom te bepalen, is een aantal fase 3-studies geïnitieerd. Van de gepubliceerde of gepresenteerde studies zijn de resultaten van de BILCAP-studie met adjuvant capecitabine het meest belovend met een verbetering van de mediane overleving van 36 naar 51 maanden en van de mediane recidiefvrije overleving van 18 naar 25 maanden. Vier adjuvante fase 3-studies zijn nog gaande.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2019;16:24–31)

Lees verder

EVAMP: pilotstudie van everolimus voor de behandeling van hamartomen en carcinomen bij patiënten met het syndroom van Peutz-Jeghers

NTVO - 2013, nummer 4, june 2013

dr. S.E. Korsse , dr. F.A.L.M. Eskens , drs. B.A.J. Bastiaansen , prof. dr. E.J. Kuipers , prof. dr. E.M.H. Mathus-Vliegen , prof. dr. E. Dekker , dr. P. Dewint , dr. H.J. Klümpen

Samenvatting

Het peutz-jeghers-syndroom (PJS) wordt gekenmerkt door gastro-intestinale poliepen en een verhoogd kankerrisico. Dit zeldzame syndroom wordt veroorzaakt door een kiembaanmutatie in het LKB1-gen. Inactivatie van LKB1 zorgt voor upregulatie van mTORC1, een eiwit betrokken bij tumorgroei. In-vitroen in-vivostudies hebben aangetoond dat mTORremming een gunstig effect heeft op PJS-geassocieerde poliepen en carcinomen. In de EVAMP-studie wordt onderzocht of everolimus een effectieve behandeling kan zijn voor patiënten met het peutzjeghers-syndroom.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2013;10:165–7)

Lees verder

Geïndividualiseerde geneeskunde van gerichte kankerbehandeling

NTVO - 2013, nummer 1, february 2013

dr. H.J. Klümpen

Samenvatting

Op 21 maart 2012 heeft dhr. dr. H.-J. Klümpen zijn proefschrift, getiteld ‘Geïndividualiseerde geneeskunde van gerichte kankerbehandeling’ verdedigd aan de Universiteit van Utrecht onder begeleiding van prof. dr. J.H.M. Schellens (promotor), afdeling Klinische Farmacologie, Nederlands Kanker Instituut-Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis te Amsterdam en Faculteit voor Farmaceutische Wetenschappen, Universiteit van Utrecht; prof. dr. D.J. Richel (promotor) en dr. A.M. Westermann (copromotor), afdeling Medische Oncologie, Academisch Medisch Centrum (AMC) te Amsterdam; en prof. dr. H. Gurney (copromotor), afdeling Medische Oncologie, Westmead Hospital, Universiteit van Sydney, Australië. Dr. H.-J. Klümpen is momenteel werkzaam als internistoncoloog in het AMC in Amsterdam. Hieronder zijn de belangrijkste bevindingen van zijn onderzoek weergegeven.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2013;10:42–4)

Lees verder