Articles

De COBRA-studie: een onderzoek naar de effecten van yoga op spieren gewrichtsklachten bij adjuvante endocriene therapie bij borstkanker

NTVO - jaargang 21, nummer 6, december 2024

S.G.A. Veenhuizen MSc, dr. A.M. May , dr. R. Gal , dr. R.M. Bijlsma , dr. H.J.G.D. van den Bongard , dr. I.R.H.M. Konings , dr. E. Monninkhof

SAMENVATTING

Vrouwen met hormoonreceptor-positieve borstkanker hebben vaak een indicatie voor adjuvante endocriene therapie, voor een periode van 5–10 jaar. Deze therapie verlaagt het risico op terugkeer van de tumor en verbetert de overleving bij deze vrouwen. Spier- en gewrichtsklachten zijn een veelvoorkomende bijwerking (~50%) van endocriene therapie en vaak een reden voor vrouwen om de behandeling te staken. Momenteel is er naast pijnstilling geen effectieve behandeling tegen spier- en gewrichtsklachten. In de COBRA-studie onderzoeken wij of yoga deze klachten kan verminderen.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2024;21:219–21)

Lees verder

Nieuw perspectief behandeling mammacarcinoom: het afzien van schildwachtklierprocedure bij laagrisicopatiënten

NTVO - jaargang 21, nummer 1, maart 2024

drs. Y.A. Civil , dr. S. van der Velde , dr. S.A.L. Bartels , dr. H.J.G.D. van den Bongard

Dit is een journalscan van het artikel “Sentinel lymph node biopsy vs no axillary surgery in patients with small breast cancer and negative results on ultrasonography of axillary lymph nodes: the SOUND randomized clinical trial.” met commentaar voor de Nederlandse klinische praktijk.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2024;21:40–1)

Lees verder

De ABLATIVE-2-studie: eenmalige preoperatieve partiële borstbestraling bij patiënten met laagrisico-mammacarcinoom

NTVO - jaargang 20, nummer 3, juli 2023

drs. Y.A. Civil , dr. A.L. Oei , drs. K.M. Duvivier , dr. Z. van Kesteren , dr. M.A. Palacios , dr. S. van der Velde , dr. H.J.G.D. van den Bongard , namens het ABLATIVE-2-studieteam

SAMENVATTING

Sinds 2017 is postoperatieve partiële, in plaats van gehele borstbestraling, de standaardbehandeling bij patiënten met laagrisico-mammacarcinoom. Partiële borstbestraling (PBI) veroorzaakt minder toxiciteit vergeleken met bestraling van de gehele borst, doordat een kleiner volume van de borst wordt bestraald zonder een toename in het aantal recidieven. Het bestralingsvolume kan nog verder worden geminimaliseerd door preoperatief te bestralen. Preoperatief is het doelgebied nauwkeuriger te bepalen en kleiner dan postoperatief, omdat de borsttumor in situ is. Daarnaast maakt preoperatieve PBI tumorregressie mogelijk. In de ABLATIVE-studie werden 36 patiënten preoperatief eenmalig bestraald met 20 Gy PBI, gevolgd door een borstsparende operatie na zes (n=15) of acht (n=21) maanden. Na de bestraling werd de tumorrespons gemonitord door middel van MRI en werd bij 42% van de patiënten een radiologisch complete respons (rCR) gezien. Een pathologisch complete respons (pCR) werd ook bij 42% van de patiënten bereikt. Van de patiënten met een rCR had 67% een pCR. Indien MRI-responsparameters in combinatie met tumorresponsmarkers in bloed en tumorweefsel een nauwkeurigere voorspellende waarde voor pCR geven, kan in de toekomst mogelijk een operatie achterwege worden gelaten. Om de pathologische respons 12 maanden na eenmalige preoperatieve PBI te onderzoeken bij patiënten met laagrisico-mammacarcinoom, is deze Nederlandse multicenter, prospectieve éénarmige studie opgezet. Secundaire eindpunten zijn radiologische respons, radiatie-geïnduceerde toxiciteit, cosmetische uitkomsten, kwaliteit van leven, emotionele symptomen en evaluatie van ‘liquid biopsies’ en immunologische markers in bloed en tumorweefsel na preoperatieve PBI.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2023;20:126–30)

Lees verder