Articles

Herziening van de richtlijn Wekedelentumoren

NTVO - jaargang 22, nummer 1, maart 2025

drs. S.N. Hakkesteegt , dr. D.J. Grünhagen , drs. A. Navas Cañete , drs. E. Roets , dr. F.G.M. Verspoor , prof. dr. J.V.M.G. Bovee , prof. dr. M.A.J. van de Sande , prof. dr. R.M.L. Haas , dr. R.R. van den Bos , dr. W.J. van Houdt , prof. dr. W.T.A. van der Graaf

SAMENVATTING

Wekedelensarcomen zijn zeldzame, kwaadaardige tumoren die ontstaan uit bind- en steunweefsel. Nederland kent zeven expertisecentra voor wekedelensarcomen waar patiënten worden behandeld of besproken in multidisciplinair overleg. Hoewel niet iedere patiënt in een referentiecentrum hoeft te worden behandeld, is het belangrijk dat er vroegtijdig overleg plaatsvindt met een referentiecentrum, zodat iedere patiënt gegarandeerd is van specialistische zorg. De richtlijn uit 2011 die tot voor kort werd gebruikt was toe aan herziening. Op initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde heeft een multidisciplinaire commissie gewerkt aan een nieuwe richtlijn om de zorg voor patiënten met wekedelentumoren te optimaliseren. De herziene richtlijn belicht onder meer het diagnostisch proces, de follow-up, risico-inschatting en prognostificatie, behandeling van lokale/locoregionale en gemetastaseerde ziekte, en de organisatie van zorg rondom patiënten met een wekedelentumor. De gastro-intestinale stromatumoren, bottumoren en wekedelentumoren in het hoofd-halsgebied worden in aparte richtlijnen besproken. Na commentaarfase is recentelijk de herziene richtlijn Wekedelentumoren gepubliceerd op https://richtlijnendatabase.nl.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2025;22:3–6)

Lees verder

Multicenter fase 3-onderzoek naar neoadjuvante versus adjuvante immuuntherapie bij patiënten met stadiumIII-melanoom: de NADINA-studie

NTVO - 2021, nummer 6, september 2021

drs. I.L.M. Reijers , drs. M.W. Lucas , dr. W.J. van Houdt , prof. dr. C.U. Blank

SAMENVATTING

Ondanks de verbetering van de recidiefvrije overleving van stadium III-melanoompatiënten met adjuvante systemische immuun- en doelgerichte therapieën, ontwikkelt nog steeds 40% van de patiënten met stadium IIIB/C-melanoom binnen drie jaar een recidief. De toe-passing van ‘checkpoint’-remmers in de neoadjuvante setting is voor deze patiëntengroep een nieuwe veelbelovende behandelstrategie gebleken. Met name de com-binatie van neoadjuvant ipilimumab (anti-CTLA-4) en nivolumab (anti-PD-1) induceert hoge responspercentages (72–78%), en de pathologische respons lijkt een goede voorspeller te zijn voor de uitkomsten op lange termijn. De internationale multicenter fase 3-studie NADINA (NCT04949113) vergelijkt de ‘event’-vrije overleving van zes weken neoadjuvant ipilimumab plus nivolumab versus de standaardbehandeling van één jaar adjuvant nivolumab. Wereldwijd zullen in totaal 420 stadium III-melanoompatiënten met minimaal één klinisch detecteerbare lymfeklier worden geïncludeerd. Indien deze studie een significante verbetering in ‘event’-vrije overleving van neoadjuvante ‘checkpoint’-remmerskan aantonen, zal dit niet alleen voordelig zijn voor de patiënt, maar ook bijdragen aan het behoud van betaalbare zorg.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:224-7)

Lees verder

Neoadjuvante immuuntherapie met nivolumab of nivolumab in combinatie met ipilimumab bij patiënten met cutaan plaveiselcelcarcinoom in een gevorderd stadium voorafgaand aan standaardbehandeling van een operatie: de MATISSE-studie

NTVO - 2021, nummer 3, may 2021

drs. T. Boere , dr. W.M.C. Klop , dr. W.J. van Houdt , drs. L. Karssemakers , dr. L.A. Smit , dr. E.I. Plasmeijer , dr. J.P. de Boer , prof. dr. J.B.A.G. Haanen , prof. dr. C.L. Zuur

SAMENVATTING

Neoadjuvante immuuntherapie met ‘checkpoint’-remmers (ICI) in de vorm van ‘anti-programmed cell death protein 1’ (PD1) en ‘anti-cytotoxic T-lymphocyte associated protein 4’ (CTLA4) is momenteel veelbelovend als behandeling bij patiënten met verschillende soorten kanker zoals het melanoom, blaas-, long- of coloncarcinoom. Onlangs is anti-PD1-therapie ook onderzocht in een fase 2-studie bij patiënten met een resectabel stadium III-IVa cutaan plaveiselcelcarcinoom (cPCC) van het hoofd-halsgebied. Neoadjuvant cemiplimab (2 doses van 350 mg) bleek veilig te zijn en resulteerde bij 70% van de patiënten in een histopathologische complete of bijna-complete respons ten tijde van chirurgie. De werkzaamheid van anti-PD1 in combinatie met anti-CTLA4 bij cPCC-patiënten is echter tot op heden niet onderzocht. In de MATISSE-studie worden patiënten met een cPCC binnen of buiten het hoofd-halsgebied gerandomiseerd voor een behandeling met twee kuren nivolumab (groep A) of twee kuren nivolumab in combinatie met een kuur ipilimumab (groep B) voorafgaand aan de standaardbehandeling bestaande uit chirurgie met of zonder adjuvante radiotherapie. Het primaire doel van deze fase 2-studie is het bepalen van de werkzaamheid van neoadjuvante ICI ten tijde van de operatie in week 4 (zie https://clinicaltrials.gov/ct2/show NCT04620200).

(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:92-5)

Lees verder