Articles

Incidentie en overleving van niertumoren bij kinderen in Nederland in de periode 1990–2014

NTVO - jaargang 20, nummer 6, december 2023

dr. M. Schulpen , drs. P. Roy , prof. dr. M.H.W.A. Wijnen , dr. G.A.M. Tytgat , prof. dr. M.M. van den Heuvel-Eibrink , dr. ir. H. van Tinteren , dr. ir. H.E. Karim-Kos

Dit is een journalscan van het artikel “Incidence and survival of paediatric renal tumours in the Netherlands between 1990 and 2014” met commentaar voor de Nederlandse klinische praktijk.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2023;20:258–9)

Lees verder

Innovatie door centralisatie voor niertumoren op de kinderleeftijd

NTVO - 2020, nummer 5, august 2020

prof. dr. M.M. van den Heuvel-Eibrink , prof. dr. R.R. de Krijger , Dr. M. van Grotel , prof. dr. J.H.J. Hoeijmakers , dr. T. Israels , dr. C. Janda , dr. ir. H. van Tinteren , dr. A.M.C. Mavinkurve-Groothuis , dr. G.A.M. Tytgat , drs. A.S. Littooij , dr. R.M. Wösten-van Asperen , drs. R. Davila Fajardo , dr. A. Bos , dr. S. Neggers , dr. M.D. van de Wetering , dr. M. Veening , dr. M. Lilien , dr. F. Schutgens , dr. M.C.J. Jongmans , dr. F.L. Bos , drs. R.L. van Ineveld , dr. A.C. Rios , dr. W.P. Vermeij , dr. P. van der Torre , prof. dr. M. Grootenhuis , drs. P. Roy , C. Kempen-van Overbeek , dr. R.P. Kuiper , dr. G.O. Janssens , drs. C.P. van de Ven , prof. dr. H. Clevers , prof. dr. M.H.W.A. Wijnen , dr. J. Drost

SAMENVATTING

Niertumoren representeren 5–6% van alle kankertypen op de kinderleeftijd. De meest voorkomende vorm (85%) betreft nefroblastoom (Wilms-tumor). Zeldzamere tumortypen betreffen onder andere het ‘clear cell’-sarcoom van de nier (CCSK), congenitaal mesoblastisch nefroom (CMN), niercelcarcinoom (RCC) en maligne rhabdoïde tumoren van de nier (MRTK). Nierkanker bij kinderen is reeds lange tijd goed te genezen, maar er zijn subtypen waarbij de overlevingskansen nog steeds zeer slecht zijn. Het ontwikkelen van moleculair gedreven translationeel onderzoek alsmede radiologische, radiotherapeutische en chirurgische innovatie is nodig om de overleving verder te verbeteren. Andere uitdagingen bestaan uit het op non-invasieve wijze discrimineren van tumorsubtypen bij diagnose, het opsporen van kinderen die op basis van hun genetische aanleg een grote kans hebben een niertumor te ontwikkelen en het ontwikkelen van op moleculaire eigenschappen gerichte nieuwe therapie. Tevens wordt reeds gewerkt aan het verminderen van intensieve therapie voor gunstige subtypen, teneinde vroege- en langetermijnschade zo veel mogelijk te beperken.

Nationale centralisatie van expertisezorg voor kinderen met nierkanker, door multidisciplinaire geïntegreerde teams, en de opzet van translationeel wetenschappelijk onderzoek, is sinds november 2014 gerealiseerd in het Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie in Utrecht. Dit heeft mede dankzij inbedding in internationale samenwerking de innovatie mogelijk gemaakt die de (kwaliteit van) overleving van kinderen met nierkanker wereldwijd verder zal doen verbeteren.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2020;17:175-84)

Lees verder

Profylactische hersenbestraling bij stadium III niet-kleincellig longcarcinoom

NTVO - 2020, nummer 5, august 2020

drs. W.J.A. Witlox , dr. B.L.T. Ramaekers , dr. V. van der Noort , dr. ir. H. van Tinteren , prof. dr. H.J.M. Groen , prof. dr. M.A. Joore , prof. dr. D.K.M. de Ruysscher

SAMENVATTING

Ongeveer 30% van de patiënten met stadium III niet-kleincellig longcarcinoom ontwikkelt na verloop van tijd hersenmetastasen. Hersenmetastasen kunnen leiden tot neurocognitieve klachten en verlies van kwaliteit van leven. Bovendien kunnen ze een negatieve invloed hebben op de overleving van de patiënt. De resultaten van een meta-analyse op basis van geüpdatete individuele patiëntengegevens uit gerandomiseerde fase 3-onderzoeken lieten zien dat er geen significant overlevingsvoordeel van profylactische hersenbestraling (PCI) is ten opzichte van observatie, maar dat de progressievrije overleving en tijd tot hersenmetastasen wel significant beter zijn in de PCI-groep. Het aandeel patiënten met hoge graad toxiciteit was relatief laag en PCI had geen negatieve invloed op zowel de generieke als de ziektespecifieke kwaliteit van leven. Daarom is PCI mogelijk wel zinvol bij patiënten met stadium III niet-kleincellig longcarcinoom, indien er betere systemische behandelmogelijkheden zijn en de toxische bijwerkingen kunnen worden beperkt.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2020;17:196-201)

Lees verder

CRITICS-II: een multicentrum gerandomiseerde fase 2-studie naar de optimale preoperatieve behandeling met chemotherapie en/of chemoradiotherapie van het resectabel maagcarcinoom

NTVO - 2017, nummer 6, september 2017

drs. R.M. van Amelsfoort , dr. N.C.T. van Grieken , dr. E.P.M. Jansen , prof. dr. H.W.M. van Laarhoven , P. Muller-Timmermans , dr. J.W. van Sandick , dr. ir. H. van Tinteren , prof. dr. M. Verheij

Samenvatting

De CRITICS-II-studie is een gerandomiseerde multicentrum fase 2-studie waarin drie neoadjuvante behandelingen bij het resectabel maagcarcinoom met elkaar worden vergeleken. Deze drie neoadjuvante behandelgroepen bestaan uit (1) chemotherapie, (2) chemotherapie gevolgd door chemoradiotherapie of (3) chemoradiotherapie. Alle neoadjuvante behandelingen zullen worden gevolgd door een maagresectie met D2-lymfeklierdissectie. Het doel van de CRITICS-II-studie is om de optimale preoperatieve behandeling van het resectabel maagcarcinoom te identificeren. De CRITICS-II-studie wordt ondersteund door KWF Kankerbestrijding.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2017;14:237–40)

Lees verder

NVALT 22: eerstelijnschemotherapie voor patiënten met KRAS-positief niet-kleincellig longcarcinoom: een fase 3-studie waarin cisplatine-pemetrexed wordt vergeleken met carboplatine-paclitaxel-bevacizumab

NTVO - 2016, nummer 2, march 2016

dr. A.J. de Langen , prof. dr. A.M.C. Dingemans , dr. J.A. Burgers , drs. W.W. Mellema , dr. V. van der Noort , dr. ir. H. van Tinteren , prof. dr. E.F. Smit

Samenvatting

Achtergrond: Cisplatine-pemetrexed en carboplatinepaclitaxel- bevacizumab zijn beide geregistreerde chemotherapiecombinaties voor de eerstelijnsbehandeling van gemetastaseerd niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC). In een retrospectieve analyse van eerstelijnschemotherapie voor KRAS-positieve patiënten met NSCLC bleek de respons en progressievrije overleving beter te zijn voor carboplatine-paclitaxelbevacizumab dan andere chemotherapiecombinaties.

Doel: Vergelijken van 2 standaard eerstelijnschemotherapiecombinaties voor de behandeling van KRAS-positief gemetastaseerd NSCLC.

Studieopzet: Multicentrum open-label gerandomiseerde fase 3-studie. Na stratificatie voor KRAS-mutatie (G12V versus G12C versus anders), ‘performance status’ (0–1 vs. 2) en hersenmetastasen (ja of nee) worden patiënten 1:1 gerandomiseerd tussen carboplatinepaclitaxel- bevacizumab en cisplatine-pemetrexed.

Studiepopulatie: Patiënten met histologisch of cytologisch bewezen stadium IV NSCLC, gekenmerkt door een KRAS-mutatie en geschikt voor eerstelijnschemotherapie.

Interventie: Behandeling met 1 van de 2 volgende chemotherapiecombinaties: a) carboplatine-paclitaxel- bevacizumab of b) cisplatine-pemetrexed tot een maximum van 6 cycli. Onderhoudsbehandeling met bevacizumab (groep a) en pemetrexed (groep b) is toegestaan tot aan progressie. Bloed en weefsel zullen optioneel worden afgenomen en verzameld voor translationeel onderzoek ter evaluatie van voorspellende biomarkers.

Statistische analyse: Deze studie is ontworpen om de superioriteit van carboplatine-paclitaxel-bevacizumab te bewijzen ten opzichte van cisplatine-pemetrexed met een hazardratio van 0,67. In totaal zullen 201 gebeurtenissen nodig zijn voor de analyse van het primaire eindpunt. Hiervoor dienen 240 patiënten te worden geïncludeerd. Na 101 gebeurtenissen zal een interimanalyse plaatsvinden. Deze dient om te beoordelen of het primaire eindpunt kan worden behaald.

Primair eindpunt: Progressievrije overleving, gedefinieerd met behulp van de responsevaluatiecriteria in solide tumoren (RECIST).

(NED TIJDSCHR ONCOL 2016;13:57–60)

Lees verder