Articles

SUBITO-studie: leidt geïntensiveerde alkylerende chemotherapie met autologe stamceltransplantatie tot een substantiële verbetering van de genezingskans bij stadium III-mammacarcinoom met een verondersteld BRCA-functieverlies?

NTVO - 2018, nummer 8, december 2018

drs. S.B. Vliek , dr. A. Jager , dr. M. Jongen-Lavrencic , dr. J.R. Kroep , dr. E.H. Gort , prof. dr. V.C.G. Tran-Heijnen , dr. I.R.H.M. Konings , drs. E.J.M. Kuip , dr. A.N.M. Wymenga , dr. C.P. Schröder , prof. dr. S.C. Linn

Samenvatting

De recidiefkans voor patiënten met een stadium 3 HER2-negatief mammacarcinoom is hoog. Een potentieel zeer effectieve (neo)adjuvante behandeling is hoge dosis chemotherapie met autologe stamceltransplantatie (HDC-ASCT). HDC-ASCT bestaat uit carboplatine en alkylerende chemotherapie, medicamenten die DNA-dubbelstrengsbreuken veroorzaken. Retrospectief onderzoek heeft laten zien dat bij deze patiënten met hoogrisico- mammacarcinoom, met tevens een homologe recombinatie (HR)-deficiëntie, de ziektevrije zevenjaarsoverleving van 30% naar 78% verbetert als wordt vergeleken met vijf cycli 5-fluorouracil-epirubicine-cyclofosfamide (FEC). HR-deficiëntie komt voor in zeker 50% van de tripel-negatieve en een klein deel van hooggradige oestrogeenreceptor (ER)-positieve mammacarcinomen. De SUBITO-studie wil deze resultaten prospectief bevestigen afgezet tegen het meest optimale schema heden ten dage gebruikt met toevoeging van een jaar adjuvante behandeling met een poly-ADP-ribosepolymerase (PARP)-remmer.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2018;15:316–20)

Lees verder

IMPACT: op weg naar een gepersonaliseerde antikankerbehandeling met behulp van moleculaire beeldvorming. Drie lopende studies voor mamma-, colorectaal en niercelcarcinoom

NTVO - 2015, nummer 3, may 2015

drs. E.J. van Helden , drs. S.C. van Es , drs. F. Bensch , drs. E. Boon , dr. C.W. Menke-van der Houven van Oordt , dr. C.P. Schröder , prof. dr. C.M.L. van Herpen , dr. A.H. Brouwers , dr. A.W.J.M. Glaudemans , dr. O.S. Hoekstra , prof. dr. W.J.G. Oyen , prof. dr. W.T.A. van der Graaf , prof. dr. H.M.W. Verheul , prof. dr. E.G.E. de Vries

Samenvatting

De huidige methoden om patiënten met gemetastaseerd mammacarcinoom, colorectaal carcinoom en heldercellig niercelcarcinoom te selecteren voor targeted therapie zijn niet optimaal. Een mogelijke oorzaak is inter- en intratumorale heterogeniteit, waarmee in de praktijk vaak nog weinig rekening wordt gehouden. In de drie IMPACT-studies wordt het klinische nut van vier nieuwe tracers voor positronemissietomografie (PET) onderzocht. Deze radiofarmaca hebben als target de oestrogeenreceptor (ER), de humane epidermale groeifactorreceptor 2 (HER2), de epidermale groeifactorreceptor (EGFR) en koolzuuranhydrase IX (CAIX). Daarnaast worden in deze studies vroege veranderingen in fluor-18-fluorodeoxyglucose (18F-FDG)-opname geëvalueerd en worden analyses in bloed en tumor gecorreleerd met behandelrespons en PET-scanuitslagen. Met behulp van moleculaire beeldvorming is het mogelijk een moleculair tumorprofiel van alle tumorlaesies te evalueren en heterogeniteit aan te tonen. Het doel van de IMPACT-studies is het optimaliseren van de patiëntselectie voor targeted therapie door middel van PET, om zo de palliatieve behandeling voor gemetastaseerd mammacarcinoom, colorectaal carcinoom en heldercellig niercelcarcinoom te verbeteren.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2015;12:114–20)

Lees verder