NTVO - 2020, nummer 6, september 2020
dr. C.H. Smorenburg , dr. H. de Graaf , dr. A. Jager , dr. J.R. Kroep , dr. B.E.P.J. Vriens
In 2020 is het vierde en laatste deel van de modulaire revisie van de landelijke richtlijn Borstkanker verschenen. In dit artikel worden de belangrijkste inhoudelijke wijzigingen van de aanbevelingen uit deze richtlijn besproken aangaande neoadjuvante en adjuvante systemische therapie bij borstkanker.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2020;17:226-30)
Lees verderNTVO - 2019, nummer 7, november 2019
drs. A. van Ommen-Nijhof , dr. I.R.H.M. Konings , prof. dr. G.S. Sonke , dr. A. Jager
(NED TIJDSCHR ONCOL 2019;16:303–5)
Lees verderNTVO - 2019, nummer 5, july 2019
drs. A. van Ommen-Nijhof , dr. I.R.H.M. Konings , dr. C.J.J. van Zeijl , dr. A. Jager , prof. dr. G.S. Sonke
Borstkanker is de meest voorkomende maligniteit bij vrouwen in Nederland en jaarlijks overlijden ruim 3.000 patiënten aan de ziekte. Ongeveer 70% van de borsttumoren is van het hormoonreceptorpositieve (HR+), humaan epidermale groeifactorreceptor 2 (HER2)-negatieve subtype en dit subtype is daarmee verantwoordelijk voor de meeste gevallen van borstkankergerelateerde sterfte. Endocriene therapie is één van de hoekstenen van de behandeling van HR+/ HER2-negatieve borstkanker, maar resistentie tegen endocriene therapie vormt een belangrijk klinisch probleem. In de zoektocht naar nieuwe, moleculaire aangrijpingspunten om resistentie tegen endocriene therapie te behandelen, zijn de ‘cyclin dependent kinase’ (CDK) 4/6-remmers ontdekt. Deze middelen (palbociclib, ribociclib en abemaciclib) hebben een direct remmend effect op de celcyclus en blijken met name de groei van HR+/HER2-negatieve borstkankercellen te remmen. Het combineren van CDK4/6-remmers met endocriene therapie bij de behandeling van gevorderde HR+/HER2-negatieve borstkanker heeft in verscheidene onderzoeken tot een duidelijke verbetering in progressievrije overleving geleid, maar zorgt ook voor meer toxiciteit. Vooralsnog is niet bekend of de combinatiebehandeling leidt tot verbetering in totale overleving en/of kwaliteit van leven. De plaatsbepaling van CDK4/6-remmers in de huidige Nederlandse praktijk en potentiële nieuwe toepassingen (in (neo)adjuvante setting en/of in combinatie met andere antitumortherapie) bij de behandeling van borstkanker worden op dit moment onderzocht.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2019;16:194–99)
Lees verderNTVO - 2019, nummer 5, july 2019
drs. A. van Ommen-Nijhof , dr. I.R.H.M. Konings , dr. C.J.J. van Zeijl , dr. A. Jager , prof. dr. G.S. Sonke
Het combineren van ‘cyclin-dependent kinases 4 and 6’ (CDK4/6)-remmers met endocriene therapie is een effectieve strategie om de progressievrije overleving te verbeteren bij patiënten met hormoonreceptor-positieve (HR+), humane epidermale groeifactorreceptor 2 (HER2)-negatieve gevorderde borstkanker. Het optimale moment van toepassen van de CDK4/6-remmers in de dagelijkse praktijk is echter onbekend. De effectiviteit van CDK 4/6-remmers in de eerste lijn is nooit rechtstreeks vergeleken met die in de tweede lijn, maar de relatieve winst in progressievrije overleving lijkt vergelijkbaar. Toevoeging van CDK4/6-remmers aan endocriene therapie heeft vooralsnog niet geleid tot een consequente verbetering in totale overleving of kwaliteit van leven, terwijl de middelen wel gepaard gaan met meer toxiciteit en meer kosten dan behandeling met endocriene therapie alleen. Er zijn vooralsnog geen subgroepen aan te wijzen die wel of juist geen voordeel hebben bij CDK4/6-remmers. De SONIA-studie vergelijkt twee behandelstrategieën bij patiënten met HR+/HER2-negatieve gevorderde borstkanker: strategie A (eerstelijnsbehandeling met een niet-steroïdale aromataseremmer gecombineerd met een CDK4/6-remmer, gevolgd door fulvestrant bij progressie) versus strategie B (eerstelijnsbehandeling met een niet-steroïdale aromataseremmer, gevolgd door fulvestrant in combinatie met een CDK4/6-remmer bij progressie). Het primaire doel van de studie is onderzoeken of strategie A effectiever is dan strategie B. Verder zal ook worden gezocht naar biomarkers die kunnen bijdragen aan een betere selectie van patiënten.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2019;16:200–3)
Lees verderNTVO - 2018, nummer 8, december 2018
drs. T.G. Meijer , drs. S.B. Vliek , dr. D.C. van Gent , prof. dr. S.C. Linn , dr. A. Jager
Optimale selectie van patiënten die baat kunnen hebben bij poly-[ADP-ribose]-polymerase (PARP)-remmers is van groot klinisch belang gezien de relatief geringe toxiciteit van de behandeling. PARP-remmers zijn effectief bij patiënten met tumoren die homoloog recombinatiedeficiënt (HRD) zijn. Mammacarcinomen die zich ontwikkelen bij patiënten met een pathogene kiembaanmutatie in een BRCA1/2-gen zijn in de regel HRD, en daarmee dus gevoelig voor behandeling met PARP-remmers. Er zijn echter ook tumoren die HRD zijn zonder kiembaanmutaties in de BRCA1/2-genen. Patiënten met deze zogenoemde HRD-tumoren, ook wel BRCA-like- of BRCAness-tumoren genoemd, zouden ook baat kunnen hebben bij PARP-remmers. Er wordt wereldwijd onderzoek gedaan naar het ontwikkelen van de ultieme HRD-test om naast tumoren met BRCA1/2-kiembaanmutaties ook HRD- of BRCA-liketumoren te identificeren. De afgelopen jaren zijn er verschillende testen ontwikkeld, echter een klinisch gevalideerde test is op dit moment nog niet beschikbaar. In dit overzichtsartikel worden de voor- en nadelen van de verschillende testen besproken die op verschillende wijzen HRD detecteren en wat de klinische consequenties hiervan zouden kunnen zijn.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2018;15:306–15)
Lees verderNTVO - 2018, nummer 8, december 2018
drs. S.B. Vliek , dr. A. Jager , dr. M. Jongen-Lavrencic , dr. J.R. Kroep , dr. E.H. Gort , prof. dr. V.C.G. Tran-Heijnen , dr. I.R.H.M. Konings , drs. E.J.M. Kuip , dr. A.N.M. Wymenga , dr. C.P. Schröder , prof. dr. S.C. Linn
De recidiefkans voor patiënten met een stadium 3 HER2-negatief mammacarcinoom is hoog. Een potentieel zeer effectieve (neo)adjuvante behandeling is hoge dosis chemotherapie met autologe stamceltransplantatie (HDC-ASCT). HDC-ASCT bestaat uit carboplatine en alkylerende chemotherapie, medicamenten die DNA-dubbelstrengsbreuken veroorzaken. Retrospectief onderzoek heeft laten zien dat bij deze patiënten met hoogrisico- mammacarcinoom, met tevens een homologe recombinatie (HR)-deficiëntie, de ziektevrije zevenjaarsoverleving van 30% naar 78% verbetert als wordt vergeleken met vijf cycli 5-fluorouracil-epirubicine-cyclofosfamide (FEC). HR-deficiëntie komt voor in zeker 50% van de tripel-negatieve en een klein deel van hooggradige oestrogeenreceptor (ER)-positieve mammacarcinomen. De SUBITO-studie wil deze resultaten prospectief bevestigen afgezet tegen het meest optimale schema heden ten dage gebruikt met toevoeging van een jaar adjuvante behandeling met een poly-ADP-ribosepolymerase (PARP)-remmer.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2018;15:316–20)
Lees verderNTVO - 2017, nummer 4, june 2017
dr. C.L. Braal , dr. A. Jager , prof. dr. R.H.J. Mathijssen , dr. S.L.W. Koolen
Tamoxifen speelt een belangrijke rol bij de behandeling van oestrogeenreceptor-positieve borstkanker. De meest potente metaboliet is endoxifen, dat een 30–100 keer hogere bindingsaffiniteit heeft voor de oestrogeenreceptor dan tamoxifen. In de farmacokinetiek van tamoxifen wordt een grote interindividuele variabiliteit waargenomen. In dit artikel wordt uiteengezet of implementatie van geïndividualiseerde dosering met behulp van ‘therapeutic drug monitoring’ gewenst en wetenschappelijk gerechtvaardigd is in de kliniek.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2017;14:146–50)
Lees verderTo provide the best experiences, we and our partners use technologies like cookies to store and/or access device information. Consenting to these technologies will allow us and our partners to process personal data such as browsing behavior or unique IDs on this site and show (non-) personalized ads. Not consenting or withdrawing consent, may adversely affect certain features and functions.
Click below to consent to the above or make granular choices. Your choices will be applied to this site only. You can change your settings at any time, including withdrawing your consent, by using the toggles on the Cookie Policy, or by clicking on the manage consent button at the bottom of the screen.