Articles

Gerandomiseerd fase 2-onderzoek waarbij de combinatie van PD-1-blokkade met kortdurende BRAFen MEK-remming wordt vergeleken met anti-PD-1-monotherapie bij stadium IV-melanoompatiënten met een BRAF-V600-mutatie

NTVO - 2016, nummer 4, june 2016

drs. E.A. Rozeman , prof. dr. C.U. Blank

Samenvatting

Door de komst van immuuntherapie en doelgerichte therapie is de behandeling voor patiënten met melanoom stadium IV revolutionair veranderd. Immuuntherapie met T-cel-checkpointremmers is de meest veelbelovende therapie met kans op langdurige respons. Anti-PD-1 is momenteel een van de eerste keuzes voor systemische therapie van patiënten met melanoom stadium IV in Nederland (WIN-O-advies 2016). Voor patiënten met een BRAF-V600-mutatie bestaat ook doelgerichte behandeling met een combinatie van een BRAF- en een MEK-remmer. Deze behandeling heeft een hogere kans op respons; dit is helaas vaak maar van korte duur (gemiddeld 10–12 maanden). De gedachte bestaat om deze behandelstrategieën te combineren om zo een grote kans op snelle respons te bewerkstelligen door doelgerichte therapie en tegelijkertijd een langdurige klinische respons te verkrijgen door immuuntherapie. In preklinisch onderzoek wordt gezien dat behandeling met een BRAF- en MEK-remmer zorgt voor activatie van het immuunsysteem en synergistisch is in combinatie met PD-1-blokkade. Het is onduidelijk of BRAF+MEK-remming continu met PD-1-blokkade moet worden gecombineerd of dat intermitterende BRAF+MEK-remming beter is. Voor dit laatste schema spreekt de observatie dat de toename van BRAF+MEKgeïnduceerde T-celinfiltratie het sterkst is aan het begin van de behandeling. De IMPemBra-studie zal daarom een behandeling van intermitterende BRAF- en MEK-remming in combinatie met pembrolizumab vergelijken met pembrolizumab-monotherapie.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2016;13:136–40)

Lees verder

Nieuwe ontwikkelingen bij de behandeling van het uitgezaaide melanoom

NTVO - 2015, nummer 5, august 2015

prof. dr. J.B.A.G. Haanen , prof. dr. C.U. Blank , dr. H. van Thienen

Samenvatting

Op 3 niveaus zijn er ontwikkelingen bij de behandeling van het hematogeen gemetastaseerde melanoom. Voor patiënten met een BRAF-V600-gemuteerd melanoom zijn er nieuwe behandelingsmogelijkheden met de combinatie van een BRAF-remmer en MEK-remmer. Deze combinatie leidt tot hogere kans op tumorregressie en betere progressievrije overleving en waarschijnlijk ook totale overleving. Op het gebied van immuuntherapie zijn de resultaten van het gebruik van PD-1-blokkerende antilichamen zeer hoopvol. Zowel in eerste als tweede lijn wordt een hoge kans op respons gezien en lijkt ook de totale overleving ten opzichte van ipilimumab of chemotherapie beduidend beter. Voorts zijn de resultaten van de combinatie ipilimumab en nivolumab indrukwekkend en aanzienlijk beter dan ipilimumab alleen. De derde ontwikkeling ligt bij de T-celtherapie. Behandeling met tumorinfiltrerende lymfocyten wordt in Nederland in een gerandomiseerd onderzoek vergeleken met ipilimumab en zou wellicht een geregistreerde behandeling kunnen worden. In de toekomst zullen er vele combinatiebehandelingen worden getest. De uitdaging is voor elke combinatie een goede rationale te vinden.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2015;12:187–93)

Lees verder

(Neo)adjuvante combinatie van ipilimumab en nivolumab voor palpabele stadium III-melanoompatiënten: de OpACIN-studie

NTVO - 2015, nummer 5, august 2015

prof. dr. C.U. Blank , dr. A.C.J. van Akkooi

Samenvatting

De combinatie van de T-cel-checkpointremmers anti-CTLA-4 (ipilimumab) en anti-PD-1 (nivolumab) is momenteel de meest belovende immuuntherapie voor gevorderde melanoompatiënten. Dit wekt de vraag op of ipilimumab plus nivolumab ook een mogelijke therapie in de adjuvante situatie kan zijn. In tegenstelling tot chemotherapie, hangt immuuntherapie af van voldoende activatie van het immuunsysteem, dus voldoende presentatie van tumorantigenen. Daarom denken wij dat adjuvante immuuntherapie het best gaat werken als de adjuvante therapie wordt gestart voor het chirurgisch verwijderen van de tumor (neoadjuvant dus). De OpACIN-studie (sinds april 2015 open) probeert deze vraag te beantwoorden door een neoadjuvante met een adjuvante behandeling met ipilimumab plus nivolumab te vergelijken bij stadium III-melanoompatiënten met palpabele klieren.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2015;12:194–7)

Lees verder

Doelgerichte therapie van het heldercellig niercelcarcinoom anno 2014

NTVO - 2014, nummer 3, may 2014

prof. dr. A. Bex , prof. dr. J.B.A.G. Haanen , prof. dr. C.U. Blank

Samenvatting

Voor de behandeling van het gemetastaseerd heldercellig niercelkarcinoom staan inmiddels in Nederland 7 middelen ter beschikking. Dit heeft ertoe geleid dat de behandeling (volgorde) niet meer uniform wordt gegeven. In dit overzichtsartikel wordt besproken voor welke keuzes in de eerste-, tweede- en derdelijnsbehandeling naar onze mening het meeste wetenschappelijke bewijs bestaat en welke studies momenteel in Nederland open zijn voor patiënten.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2014;11:105–12)

Lees verder

AEB071 en SECIRA-UM, 2 nieuwe studies voor gemetastaseerde oogmelanoompatiënten, met doelgerichte therapie en immuuntherapie

NTVO - 2012, nummer 3, may 2012

prof. dr. C.U. Blank , dr. H.W. Kapiteijn

Samenvatting

Oogmelanoompatiënten worden vaak geëxcludeerd van klinische studies vanwege de slechte prognose die ze hebben als er metastasen zijn ontstaan. Recente ontwikkelingen in de behandeling van het huidmelanoom betreffen ‘targeted’ therapie met BRAF-remmers en immuuntherapie met ipilimumab (anti-CTLA-4). Deze middelen hebben de overleving verbeterd van huidmelanoompatiënten. Voor gemetastaseerde oogmelanoompatiënten zijn nu 2 studies open in Nederland. De internationale fase I AEB071-studie test een proteïnekinase-C-remmer. De SECIRA-UM-studie onderzoekt of CTLA-4-blokkade in combinatie met radiofrequente ablatie van meerwaarde is bij gemetastaseerde oogmelanoompatiënten.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2012;9:144–8)

Lees verder