NTVO - 2021, nummer 8, november 2021
M.J. Pet , E.H.M. Bossink , F.M. van Erkel , dr. G.B. Halmos , prof. dr. B.L. van Leeuwen , prof. dr. A.K.L. Reyners , dr. M.J. Wiegman , dr. G.A. Welker , prof. dr. B.C. van Muster , dr. H.J. van der Zaag-Loonen , prof. dr. M.J.E. Mourits
COVID-19 dwong zorginstellingen om in hoog tempo alternatieve vormen van follow-up-zorg te implementeren, waaronder het telefonische consult. Door middel van semigestructureerde interviews met patiënten (n=82) en zorgverleners (n=58) is de ervaren kwaliteit van zorg op zeven verschillende afdelingen van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) onderzocht. Vijf van de zeven afdelingen betrof oncologische zorg: chirurgische, dermatologische, gynaecologische, hoofd-hals- en medische oncologie. Zowel bij zorgverleners als patiënten bleek het merendeel tevreden over het gebruik van telefonische consulten binnen de follow-up-zorg tijdens de pandemie als alternatief voor de reguliere follow-up. Door de afwezigheid van non-verbale communicatie en lichamelijk onderzoek waren sommige patiënten minder gerustgesteld, resulterend in een verminderd gevoel van veiligheid. Dit gevoel was opvallend meer aanwezig bij oncologische patiënten ten opzichte van de niet-oncologische specialismen betrokken in het onderzoek. Een deel van de zorgverleners kon bij het ontbreken van lichamelijk onderzoek toch een consult voeren waarin naar omstandigheden het beoogde doel werd behaald, namelijk het zorgvuldig in kaart brengen van de huidige (gezondheids) situatie van de patiënt. Dit werd bereikt door middel van een uitgebreide(re) telefonische anamnese en aanvullend onderzoek – bijvoorbeeld bloedonderzoek dat prepandemisch standaard werd uitgevoerd en gedurende de pandemie ook (al dan niet buiten het ziekenhuis) kon worden gerealiseerd. Een ander deel van de zorgverleners voelde grote onzekerheid bij het niet kunnen uitvoeren van het lichamelijk onderzoek en had het gevoel: ‘je weet niet wat je mist’. Er bleek dan ook grote vraag naar cijfers betreffende de veiligheid en kans op missen van diagnosen. Fysieke follow-up compleet afschaffen lijkt tot dusverre ondenkbaar. Maatwerk is de toekomst, waarbij per type kanker en per individu een passend follow-up-schema wordt opgesteld met de mogelijkheid tot afwisselend fysieke en telefonische consulten, op geleide van de wensen van zowel patiënt als zorgverlener.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:265–9)
Lees verderNTVO - 2014, nummer 5, august 2014
prof. dr. M.V. Huisman , prof. dr. G.H. de Bock , dr. G. Ugolini , dr. I. Montroni , dr. J. Spiliotis , drs. C. Stabilini , drs. N. de Liguori Carino , drs. E. Farinella , prof. dr. R.A. Audisio , prof. dr. B.L. van Leeuwen
Vanwege de vergrijzing en de daarmee toenemende incidentie van kanker groeit de groep onco-geriatrische patiënten snel. Deels betreft dit een kwetsbare groep met een verhoogde kans op postoperatieve complicaties. Het is belangrijk om preoperatief te kunnen vaststellen wie kwetsbaar is voor het ontwikkelen van deze complicaties, om zo eventuele interventies ter preventie te kunnen inzetten. De ‘geriatric assessment’ (GA) wordt gebruikt om ouderen te evalueren om zo gebieden van kwetsbaarheid te detecteren. Het is een tijdrovend instrument. Daarom worden korte screeningsmethoden gezocht waarmee deze kwetsbare patiënten preoperatief kunnen worden geïdentificeerd. In dit onderzoek werden de ‘timed up-and-go’ (TUG) en de ‘American Society of Anesthesiology’ (ASA)-classificatie onderzocht als voorspellers van ernstige postoperatieve complicaties binnen 30 dagen, waaronder mortaliteit, bij patiënten van 70 jaar en ouder met de verdenking op een maligniteit. De TUG, een korte test om mobiliteit, spierkracht en coördinatie te testen, bleek het risico op ernstige postoperatieve complicaties binnen 30 dagen te kunnen voorspellen (TUG >20 seconden: absoluut risico 52,1% en oddsratio 5,21). De ASA-classificatie, die oorspronkelijk wordt gebruikt om preoperatief de fysieke toestand van een patiënt te classificeren, was minder overtuigend voorspellend voor ernstige postoperatieve complicaties (ASA ≥3: absoluut risico 27,2% en oddsratio 2,51). Het risico op 30-dagen-mortaliteit kon niet worden voorspeld door de TUG of ASA-classificatie. Het gebruik van de TUG in de dagelijkse praktijk lijkt mogelijk een goede strategie om onco-geriatrische patiënten met een verhoogd complicatierisico te identificeren, zodat bij deze patiënten een GA kan worden afgenomen en gericht preoperatieve interventies kunnen worden ingezet.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2014;11:187–94)
Lees verderTo provide the best experiences, we and our partners use technologies like cookies to store and/or access device information. Consenting to these technologies will allow us and our partners to process personal data such as browsing behavior or unique IDs on this site and show (non-) personalized ads. Not consenting or withdrawing consent, may adversely affect certain features and functions.
Click below to consent to the above or make granular choices. Your choices will be applied to this site only. You can change your settings at any time, including withdrawing your consent, by using the toggles on the Cookie Policy, or by clicking on the manage consent button at the bottom of the screen.