Articles

De schildwachtklierprocedure versus electieve halsklierdissectie bij vroegstadium-mondholtecarcinomen

NTVO - 2021, nummer 1, february 2021

prof. dr. R. de Bree , prof. dr. M.J.H. Witjes , dr. B. de Keizer

(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:35-7)

Lees verder

De Nederlandse leidraad voor de behandeling van schildkliercarcinoom op de kinderleeftijd

NTVO - 2020, nummer 4, june 2020

drs. C.A. Lebbink , drs. B.L. Dekker , dr. G. Bocca , dr. A.J.A.T. Braat , dr. J.P.M. Derikx , dr. M.P. Dierselhuis , dr. B. de Keizer , dr. S. Kruijff , dr., ir. A.B.G. Kwast , dr. F.H. van Nederveen , dr. E.J.M. Nieveen van Dijkum , dr. R.A.J. Nievelstein , prof. dr. R.P. Peeters , drs. C.E.J. Terwisscha van Scheltinga , prof. dr. W.J.E. Tissing , dr. K. van der Tuin , prof. dr. M.R. Vriens , dr. J. Zsiros , prof. dr. A.S.P. van Trotsenburg , prof. dr. T.P. Links , dr. H.M. van Santen

SAMENVATTING

Een multidisciplinaire werkgroep heeft een nieuwe Nederlandse leidraad geschreven voor de behandeling van gedifferentieerd schildkliercarcinoom op de kinderleeftijd. In dit artikel worden de belangrijkste aanbevelingen ten aanzien van diagnostiek, behandeling en follow-up beschreven.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2020;17:140–4)

 

Lees verder

Innovatieve technieken ter verbetering van de schildwachtklierprocedure bij vroeg-stadium mondholtecarcinomen

NTVO - 2019, nummer 3, may 2019

prof. dr. R. de Bree , drs. I.J. den Toom , drs. E.R. Nieuwenhuis , drs. B. Kolenaar , prof. dr. S.M. Willems , dr. B. de Keizer

Samenvatting

De schildwachtklierprocedure wordt in de meeste Nederlandse hoofd-halscentra routinematig toegepast bij de diagnostiek van vroeg-stadium mondholtecarcinomen. De resultaten zijn over het algemeen goed, echter is er nog ruimte voor verbetering. De procedure bestaat uit drie pijlers: preoperatieve identificatie van de schildwachtklier, excisie van de schildwachtklier en histopathologische analyse van de schildwachtklier. Binnen deze fasen van de schildwachtklierprocedure wordt door middel van nieuwe tracers, camera’s en andere technieken gezocht naar verbeteringen.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2019;16:97–103)

Lees verder

Innovatieve beeldvorming bij prostaatkanker: Gallium-68-PSMAPET-CT

NTVO - 2016, nummer 6, september 2016

dr. C. Mitea , dr. B. de Keizer , dr. R.P. Meijer , prof. dr. M. van Vulpen , dr. M.G.E. Lam

Samenvatting

Gallium-68 (68Ga)-prostaatspecifiek membraanantigeen (PSMA)-PET-CT is een nieuwe beeldvormende techniek voor patiënten met prostaatcarcinoom. PETCT is een hybride beeldvormende techniek die gebruikmaakt van de zeer sensitieve moleculaire informatie van de PET en de anatomische informatie van de CT. Het radioligand 68Ga-PSMA is een radioactief gelabelde peptide dat aan het membraaneiwit PSMA bindt. In het membraan van de prostaatcarcinoomcellen (zowel op het niveau van de primaire tumor als in de metastasen) komt PSMA hoger tot expressie dan in gezonde prostaatcellen.

Meerdere onderzoeken hebben aangetoond dat 68Ga-PSMA-PET-CT sensitief is voor de detectie van primair prostaatcarcinoom en metastasen in lymfeklieren, skelet en elders. In vergelijking met de huidige beeldvormende technieken (skeletscintigrafie en fluor-18 (18F)-fluorocholine-PET-CT), detecteert een 68Ga-PSMA-PET-CT bij dezelfde patiënt meer metastasen. Deze nieuwe techniek kan onder andere worden ingezet voor het detecteren van recidief prostaatcarcinoom bij zeer lage PSA-waarden. De rol van 68Ga-PSMA-PET-CT bij initiële stadiëring is nog niet uitgebreid onderzocht. De verwachting is dat het gebruik van 68Ga-PSMA-PET-CT bij patiënten met prostaatcarcinoom de komende jaren sterk zal toenemen en andere technieken zal vervangen.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2016;13:202–7)

Lees verder

Behandeling van gemetastaseerde neuro-endocriene pancreastumoren: een multidisciplinaire benadering

NTVO - 2015, nummer 4, june 2015

dr. K.M.A. Dreijerink , dr. M.E.T. Tesselaar , dr. W.H.M. Verbeek , prof. dr. M.R. Vriens , prof. dr. I.H.M. Borel Rinkes , dr. B. de Keizer , dr. M.G.E. Lam , prof. dr. G.D. Valk

Samenvatting

De incidentie van neuro-endocriene pancreastumoren (pNET) neemt toe. Bij een groot deel van de patiënten is er bij presentatie sprake van gemetastaseerde ziekte. Kennis van de pathofysiologie van pNET heeft de laatste jaren geleid tot de introductie van nieuwe behandelmethoden. Er zijn volop ontwikkelingen gericht op innovatie van de behandeling. De behandelingen voor pNET vallen in het domein van de chirurg, endocrinoloog, maag-darm-leverarts, medisch oncoloog, interventieradioloog en nucleair geneeskundige. Door middel van een multidisciplinaire aanpak kan de behandeling van gemetastaseerde pNET voor de individuele patiënt op maat worden gesneden.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2015;12:135–40)

Lees verder