Uit resultaten van de ARROW-studie komt naar voren dat pralsetinib een veelbelovende behandeling kan zijn voor patiënten met RET-fusiepositieve NSCLC.
De ARROW studie1 is een open label, multi-cohort, fase 1/2 onderzoek, dat werd uitgevoerd in 13 landen waaronder Hong Kong, Nederland en Italië op 71 locaties. De deelnemers aan het onderzoek bestonden uit patiënten van 18 jaar of ouder met lokaal gemetastaseerde solide of gevorderde tumoren, waaronder RET-fusiepositieve NSCLC, en een Eastern Cooperative Oncology Group-prestatiestatus van 0-2 (wegens protocolwijziging later beperkt tot 0-1).
In fase 2 werd bij patiënten 400 mg orale pralsetinib toegediend en dit werd voortgezet tenzij er sprake was van ziekteprogressie, intolerantie, intrekking van toestemming of vanwege de beslissing van de onderzoekers. Het doel van het fase 2 onderzoek was met name de totale responsgraad (volgens responsvaluatiecriteria in solide tumoren versie 1·1 en beoordeeld door onafhankelijke geblindeerde centrale beoordeling) en veiligheid. De tumorrespons werd beoordeeld bij patiënten met RET-fusiepositieve NSCLC en centraal beoordeelde baseline meetbare ziekte die chemotherapie op platinabasis heeft gekregen of naïef waren, omdat ze ongeschikt waren voor standaardbehandeling. Het onderzoek is nog steeds gaande en deelname van patiënten met naïeve RET-fusiepositieve NSCLC is nog steeds in gang ten tijde van het schrijven van dit artikel.
Van de geïncludeerde 233 patiënten waren er 119 die vóór 11 juli 2019 pralsetinib voorgeschreven kregen. Hiervan waren 92 patiënten eerder behandeld met chemotherapie op platinabasis, en 27 behandelingsnaïeve patiënten. Van deze 119 patiënten zijn de resultaten bekeken. 87 eerder behandelde patiënten en 27 naïeve patiënten hadden een centraal beoordeelde baseline meetbare ziekte. Respons werd vastgesteld bij 53 (61%; 95% BI 50–71) van de 87 patiënten met eerdere op platina gebaseerde chemotherapie, waaronder vijf patiënten (6%) met een algehele respons. Bij 19 (70%; 50–86) van de 27 naïeve patiënten werd een respons vastgesteld, waarvan 3 (11%) een complete respons hadden. Bij 233 patiënten met RET-fusiepositieve NSCLC, veel voorkomende 3e graad of ernstiger behandelbijwerkingen waren, hypertensie (26 [11%]), neutropenie (43 patients [18%]) en anemie (24 [10%]). In deze populatie waren er geen behandeling gerelateerde overledenen.
Concluderend is pralsetinib een veelbelovende, goed getolereerde orale behandeloptie voor patiënten met RET-fusiepositieve NSCLC. Het ARROW onderzoek1 toont veelbelovende resultaten voor het behandelen van deze ziekte.
Referenties