Apalutamide binnenkort ook voor patiënten met uitgezaaid prostaatcarcinoom

februari 2020 Farmanieuws Willem van Altena
Prescription medicine pill bottle and pills.

Momenteel is apalutamide, een oraal toegediende selectieve remmer van de androgeenreceptor, geregistreerd voor de toepassing bij volwassen mannen met niet-gemetastaseerd, castratieresistente prostaatkanker (NM-CRPC) met een hoog risico op het ontwikkelen van metastasen.

Rond mei van dit jaar wordt een indicatieuitbreiding verwacht, namelijk naar gemetastaseerd hormoongevoelig prostaatcarcinoom, in combinatie met androgeendeprivatie (ADT).

Het gemetastaseerde prostaatcarcinoom heeft een slechte prognose en kan niet curatief worden behandeld, alleen palliatief. Apalutamide blijkt in combinatie met ADT echter metastases te kunnen vertragen bij patiënten. Daarmee is het het eerste curatieve geneesmiddel tegen gemetastaseerd prostaatcarcinoom.

Langere overleving

Uit een dubbelblinde fase III-studie bleek dat de combinatiebehandeling apalutamide+ADT bij patiënten met gemetastaseerd, castratiegevoelige prostaatkanker een significante verlenging van de progressievrije en algehele overleving oplevert. In de studie (n=1.052) ontving een deel van de patiënten (n=525) zowel apalutamide als ADT en de andere patiënten (n=527) ontvingen ADT en een placebo. De mediane leeftijd van de patiënten was 68 jaar.

De radiografische progressievrije overleving bedroeg na 2 jaar 68,2% in de apalutamidegroep en 47,5% in de placebogroep (HR=0,48; 95% BI:0,39-0,60; p<0,001). De algehele overleving was eveneens hoger in de apalutamidegroep  met 82,4% versus 73,5% in de placebogroep (HR=0,67; 95% BI: 0,51-0,89; p=0,005). De frequentie van voorkomen van graad 3-4.

Remming op drie manieren

Apalutamide remt de groei van kanker op drie verschillende manieren: enerzijds verhindert de stof de binding van androgeen aan de androgeenreceptoren, daarnaast blokkeert het de toegang van androgeenreceptoren tot de kankercellen, en als laatste wordt de androgeenreceptor verhinderd zich aan het DNA van de kankercellen te binden.

Bron
1. New England Journal of Medicine