Doorgaans duurt het ongeveer 10 jaar voordat een fase III-studie naar een nieuwe behandeling voor mannen met uitgezaaide hormoongevoelige prostaatkanker is afgerond, wanneer algehele overleving (‘overall survival’, OS) de primaire uitkomstmaat is. Nu blijkt dat zowel radiologische progressievrije overleving (‘radiologic progression-free survival’, rPFS) als klinische progressievrije overleving (‘clinical progression-free survival’, cPFS) een veelbelovende surrogaatmarker is voor OS om de looptijd van toekomstige klinische studies te verkorten. Dat is een van de constateringen uit een studie door Susan Halabi c.s. van het Duke Cancer Institute in de Verenigde Staten. De studie is onlangs gepubliceerd in het Journal of Clinical Oncology.
De onderzoekers analyseerden gegevens van individuele patiënten die hadden deelgenomen aan een gerandomiseerde fase II- of fase III-studie waarin androgeendeprivatietherapie (ADT) of ADT plus docetaxel deel uitmaakte van het behandelregime in de interventie- of controlegroep. rPFS werd gedefinieerd als de tijd vanaf de randomisatie tot het moment van radiologische progressie of overlijden. cPFS werd gedefinieerd als de tijd vanaf de randomisatie tot het moment van radiologische progressie, het optreden van symptomen, het starten met een nieuwe behandeling of overlijden. De onderzoekers berekenden het zogenoemde ‘surrogate threshold effect’ (STE), gedefinieerd als het minimale behandeleffect op de surrogaatmarker dat nodig is om te kunnen concluderen dat er sprake is van een niet-nuleffect op de werkelijke uitkomstmaat.
In totaal werden de gegevens van 6.390 patiënten die in de periode 1994-2013 waren gerandomiseerd in het kader van 9 verschillende studies gezamenlijk geanalyseerd. De mediane OS, rPFS en cPFS waren respectievelijk 4,3, 2,4 en 2,3 jaar. De STE voor rPFS bedroeg 0,80, en die voor cPFS 0,81. Op basis van deze resultaten concluderen de onderzoekers dat nieuwe behandelingen voor uitgezaaide hormoongevoelige prostaatkanker mogelijk sneller goedgekeurd kunnen worden door in fase III-studies te kiezen voor de primaire uitkomstmaat rPFS of cPFS als surrogaat voor OS.
Referentie