Stichting voor patiënten met kanker aan het spijsverteringskanaal
Wat is galblaaskanker?
Wanneer cellen in de galblaas zich ongeremd en ongecontroleerd delen en uiteindelijk een tumor vormen, wordt er gesproken van galblaaskanker of galblaascarcinoom. De tumor ontstaat aan de binnenkant van de galblaas, en kan door de wand heen groeien.
De galblaas speelt een rol bij de vertering en opname van vet. Het is namelijk de opslagplaats van gal, dat in de lever wordt geproduceerd. Gal zorgt ervoor dat vetten die het lichaam via voedsel binnenkomen, kunnen worden afgebroken. Wanneer er voedsel in darmen komt, wordt er gal afgescheiden en dit mengsel komt in de dunne darm terecht voor verdere vertering.
Er zijn twee soorten galblaaskanker:
In Nederland krijgen jaarlijks ongeveer 170 mensen de diagnose galblaaskanker. Dit zijn vaker vrouwen dan mannen en meestal zijn het mensen die ouder zijn dan 65 jaar. De overleving van patiënten met galblaaskanker is laag, en is de afgelopen jaren niet verbeterd. De tumor wordt meestal pas laat ontdekt, wanneer deze zich al ontwikkeld heeft tot een stadium IV-tumor. De 5-jaars overleving van patiënten met deze tumoren op het moment van diagnose is 2 procent. Ter vergelijking: bij patiënten met een stadium I-tumor is deze 75 procent.
Galblaascarcinoom wordt meestal pas in een laat stadium ontdekt. Dit komt omdat patiënten niet veel last hebben van de tumor, tot op het moment dat deze gaat uitzaaien. Wanneer het carcinoom wel in een vroeg stadium wordt ontdekt, gebeurt dat meestal per toeval.
De meeste klachten ontstaan pas nadat de gal de galblaas niet meer kan verlaten. De kleurstoffen in de gal hopen zich dan op in de lever, wat kan leiden tot verkleuringen. Patiënten met een tumor in de galblaas kunnen last hebben van:
Over de oorzaak van galblaaskanker is weinig bekend. Uit onderzoek is wel gebleken dat mensen die last hebben gehad van galstenen een verhoogd risico hebben op het ontwikkelen van galblaaskanker. Het gaat dan met name om galstenen die groter zijn dan 2 centimeter. Tevens zorgen chronische ontstekingen of poliepen in de glasblaas voor een verhoogd risico.
Mocht de patiënt al op jonge leeftijd de ziekte krijgen, kan een specialist overwegen om een erfelijkheidsonderzoek te doen. Op deze manier kan er worden gekeken of er sprake is van een erfelijke aanleg.
Als de huisarts vermoedt dat de patiënt galblaaskanker heeft, zal hij bloedonderzoek doen en mogelijk een echo van de buik maken. Worden de vermoedens van de huisarts bevestigd, dan wordt de patiënt doorgestuurd naar een maag-darm-lever arts of internist.
De specialist zal een aantal vervolgonderzoeken doen om er zeker van te zijn dat er sprake is van kanker aan de galblaas. Dit kunnen een echografie, CT-scan, MRI-scan, Endoscopisch Retrograde Cholangio- en Pancreaticografie (ERCP) of Percutane Transhepatische Cholangiografie (PTC) endo-echografie zijn. Bij een ERCP wordt er door middel van een röntgenapparaat en endoscoop een duidelijk beeld gevormd van de mogelijke locatie van de tumor.
Tumoren in de galblaas worden echter vaak bij toeval ontdekt en vaak is er dan al sprake van een vergevorderd stadium van de kanker. De kanker komt bijvoorbeeld vaak aan het licht, wanneer de galblaas wordt verwijderd in verband met galstenen. Ook kan de tumor worden opgemerkt tijdens een endo-echografie wanneer patiënten last hebben van geelzucht, buikpijn of gewichtsverlies.
Is er inderdaad sprake van een vergevorderd stadium kanker, dan wordt er vaak een CT-scan gemaakt om te kijken of er mogelijk nog tumorweefsel is achtergebleven na verwijdering van de galblaas. Ook kan de specialist dan beter bekijken of er sprake is van uitzaaiingen.
Voor het vervolg van de behandeling is het voor de specialist belangrijk om te weten in welk stadium de kanker zich bevindt. Bij galblaaskanker wordt gebruik gemaakt van een TNM-classificatie om het stadium te bepalen. De T staat hierin voor de uitbreiding van de primaire tumor (eerst ontstane tumor). De N geeft aan of er uitzaaiingen zijn gevonden in de lymfeklieren en de ernst hiervan. De M geeft aan of er in andere organen uitzaaiingen zijn gevonden. Bij een galblaascarcinoom zijn er vier stadia:
Ook de differentiatiegraad van de tumor is van belang voor de behandeling en prognose. Deze kan worden bepaald door middel van een biopt van de tumor. Een biopt is een stukje weefsel dat tijdens een kleine ingreep wordt weggehaald en onder de microscoop kan worden onderzocht. De differentiatiegraad zegt iets over de mate waarin de kankercellen nog op normale cellen lijken.
Wanneer er galblaaskanker is ontdekt, is operatie de enige mogelijkheid tot genezing. Vaak is dit echter niet meer mogelijk. Een patiënt kan worden geopereerd als de arts denkt dat daarmee de gehele tumor verwijderd kan worden, er geen uitzaaiingen zijn in andere organen en als de lichamelijke conditie dit toelaat. Maar als stadium III of IV is bereikt moet er door de artsen worden overwogen of een operatie nog wel zinvol is.
Wanneer de kanker op tijd bij toeval wordt ontdekt, met name stadium I, is een verdere behandeling meestal niet nodig. Patiënten in latere stadia hebben na de eerste operatie waarschijnlijk nog restweefsel in het lichaam zitten. Er vindt dan overleg met de specialisten plaats om te kijken wat de mogelijkheden zijn.
Wanneer de tumor is uitgezaaid en er geen genezing meer mogelijk is, kan de patiënt chemotherapie krijgen om de klachten te verminderen. Dit wordt een palliatieve behandeling genoemd. Deze behandeling is niet meer gericht op genezing, maar het zo optimaal mogelijk maken van het leven.
Wanneer de patiënt last heeft van geelzucht door de kanker in de galblaas, moet dit zo snel mogelijk worden behandeld. Dit, omdat de geelzucht levensbedreigender kan zijn dan kanker.