Nederlandse kankerpatiënten blijven verstoken van meer dan de helft van innovatieve medicijnen

juni 2024 Opinie Willem van Altena

Slechts 44% van de in Europa goedgekeurde innovatieve kankergeneesmiddelen zijn beschikbaar in Nederland. Dit is een stuk lager dan het Europees gemiddelde van 52%. Dat blijkt uit een onlangs verschenen rapport van de EFPIA, de European Federation of Pharmaceutical Industries and Associations. De Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK) vindt dit schokkend en roept de overheid en fabrikanten op om geneesmiddelen met meerwaarde zo snel mogelijk beschikbaar te maken voor patiënten.

Uit de pas

‘‘Nederland loopt uit de pas met de rest van Europa. Door het strenge beleid in Nederland krijg je als kankerpatiënt niet meer altijd de behandeling die je nodig hebt. Daar moet iets veranderen,” stelt  Gijs Lunenborg, belangenbehartiger Innovatieve Geneesmiddelen bij NFK.

Het EFPIA Patiënten W.A.I.T. Indicatorenrapport 2023 biedt inzicht in de beschikbaarheid van innovatieve geneesmiddelen en de tijd die nodig is om deze voor patiënten beschikbaar te maken in heel Europa. In vergelijking met vorig jaar is te zien dat de beschikbaarheid van geneesmiddelen in Europese landen achteruit is gegaan. Nederland is daarin een negatieve uitschieter, met een daling van 63% in 2022 naar 44% in 2023.

Sluisprocedure

Na beoordeling door het Europees Medicijn Agentschap (EMA), wordt op nationaal niveau besloten of het medicijn vergoed wordt binnen het basispakket. Als een medicijn niet in het basispakket wordt opgenomen, dan is het in Nederland niet beschikbaar voor patiënten. Elk land heeft daar eigen procedures voor en hanteert verschillende criteria.

In Nederland kennen we de ‘sluis’; een procedure waarin middelen worden beoordeeld op hun toegevoegde waarde voor de patiënt en waarin er achter gesloten deuren met de farmaceut  onderhandeld wordt over de prijs. Terwijl die onderhandelingen plaatsvinden, wat soms zeer lang kan duren, moeten patiënten en behandelaren geduld betrachten. Dat prijsonderhandelingen effectief zijn, blijkt uit het feit dat het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gemiddeld tot een prijsreductie van 45% kan komen. De sluis is kortom een noodzakelijk kwaad: het kost meer tijd, maar bespaart veel geld.

Onder druk van de stijgende kosten worden steeds meer middelen aan de sluisprocedure onderworpen. Inmiddels is het zo dat de periode voordat een medicijn beschikbaar is in Nederland, bijna een jaar duurt. Tijd die kankerpatiënten niet altijd hebben, waarschuwt NFK.

Tebantafusp

De NFK noemt als voorbeeld het sluisproces rondom tebentafusp, een middel voor mensen met oogmelanoom. Voor deze patiënten is al ruim twee jaar geen andere behandeling beschikbaar, terwijl de prijsonderhandelingen nog niet eens begonnen zijn. Het gaat om een duur geneesmiddel: de Horizonscan van het Zorginstituut becijfert dat tebantafusp ruim 472.000 euro per patiënt per jaar kan kosten. Nadat het middel was toegelaten door de EMA en in de sluis werd geplaatst, duurde het nog zestien maanden voordat de fabrikant een compleet dossier had ingediend. Inmiddels duurt het beoordelingsproces al tien maanden. Bij een middel als tebentafusp, met overduidelijke meerwaarde, zouden patiënten niet zo lang in de wacht mogen staan, vindt de NFK.

Toegang tot middelen met meerwaarde

NFK vindt dat patiënten toegang moeten hebben tot geregistreerde middelen met (potentiële) meerwaarde. Lunenborg: “We vinden het schokkend dat minder dan de helft van de door EMA goedgekeurde geneesmiddelen beschikbaar komt voor patiënten in Nederland. Het mag niet zo zijn dat middelen met meerwaarde voor patiënten niet of te laat beschikbaar komen. Wij gaan graag met alle betrokken partijen in gesprek om samen tot een oplossing te komen.”

Referentie

Lees het EFPIA- W.A.I.T. Indicatorenrapport 2023 hier