Dit artikel is onderdeel van de Editor’s Pick van dr. Koen van der Mijn, bestaande uit een selectie van impactvolle studies die onlangs gepubliceerd zijn in de belangrijkste internationale wetenschapstijdschriften, gefocust op oncologie.
Bekijk hier de gehele selectie.
Patiënten met een gemetastaseerd prostaatcarcinoom kunnen een levensverlengende therapie ondergaan die bestaat uit een hormonale behandeling door middel van chirurgische/chemische castratie en/of anti-androgenen.1 De fase III ENZAMET-studie heeft als doel om de effectiviteit te bepalen van enzalutamide als behandeling van gemetastaseerd hormoongevoelig prostaatadenocarcinoom.2 Het anti-androgene middel enzalutamide is een krachtige remmer van de androgeenreceptorsignalering en is goedgekeurd de EMA. De EMA heeft enzalutamide geïndiceerd voor de behandeling van volwassen mannen met verschillende typen prostaatcarcinoom, al dan niet in combinatie met androgeendeprivatietherapie of chemotherapie.3
De ENZAMET-studie is een internationale gerandomiseerde fase III-studie en is opgezet om het effect van enzalutamide te vergelijken met dat van zwakkere standaard anti-androgenen (bicalutamide, nilutamide, of flutamide) wanneer de middelen worden gegeven in combinatie met testosteronsuppressie.2 Mannen van 18 jaar of ouder met gemetastaseerd hormoongevoelig prostaatadenocarcinoom (zichtbaar op CT of botscan met 99mTc en een ‘Eastern Cooperative Oncology Group’ prestatiestatusscore van 0-2) werden geïncludeerd in de studie. Deelnemers werden willekeurig toegewezen (1:1) om behandeld te worden met testosteronsuppressie plus orale enzalutamide (160 mg eenmaal per dag) of een standaard oraal anti-androgeen (bicalutamide, nilutamide of flutamide) tot klinische ziekteprogressie of onverdraagbare toxiciteit optrad. De primaire uitkomstmaat was de algehele overleving (‘overall survival’, OS) in de ‘intention-to-treat’-populatie.
In totaal werden 1.125 deelnemers geïncludeerd en behandeld met testosteronsuppressie plus enzalutamide (n=563) of een standaard anti-androgeen (bicalutamide, nilutamide of flutamide; n=562; controlegroep). De mediane leeftijd van de studiedeelnemers was 69 jaar (interkwartielbereik: 63-74 jaar). Na een mediane follow-upperiode van 68 maanden (interkwartielbereik: 67-69 maanden) werd de mediane OS niet bereikt (HR [95%-BI]: 0,70 [0,58-0,84]; p<0,0001). De 5-jaars OS was 57% (53-61%) in de controlegroep en 67% (63-70%) in de enzalutamidegroep. De meest voorkomende graad 3-4 bijwerkingen waren febriele neutropenie geassocieerd met docetaxelgebruik (6% in de controlegroep versus 6% in de enzalutamidegroep), vermoeidheid (1% versus 6%) en hypertensie (6% versus 10%). De incidentie van geheugenstoornissen van graad 1-3 was respectievelijk 4% en 13% in de controlegroep en enzalutamidegroep. Tijdens de studie vonden geen sterfgevallen plaats die gerelateerd leken aan de behandeling.
De onderzoekers concluderen dat de toevoeging van enzalutamide aan de standaardbehandeling voor een verbetering van de algehele overleving zorgt bij patiënten met gemetastaseerd en hormoongevoelig prostaatadenocarcinoom. Enzalutamide zou daarom een nieuwe behandeloptie kunnen vormen bij deze patiëntpopulatie.
Referenties