Mensen die op jonge leeftijd minstens een CT-scan ondergaan blijken later als volwassene een verhoogd risico op hersenkanker te hebben. Dat is de uitkomst van de EPI-CT cohortstudie, een groot onderzoek in 9 landen naar de gevolgen van CT-scans bij kinderen en jongvolwassenen voor het risico op diverse kankers.
In de EPI-CT studie werden data uit 9 landen geanalyseerd, waaronder Nederland. Geïncludeerde deelnemers hadden minstens een CT-scan ondergaan voor hun 22ste levensjaar, in de jaren tussen 1974 en 2014. De deelnemers hadden geen eerdere kankerdiagnose gehad of een goedaardige hersentumor, en waren minstens 5 jaar na de CT-scan kankervrij en in leven.
De deelnemers werden gevonden aan de hand van het Radiologie Informatie Systeem dat wordt toegepast in 276 ziekenhuizen in de 9 landen, en aan de hand van nationale of regionale kankerregisters. Hersenkankers werden gedefinieerd aan de hand van de internationale WHO-classificatie voor oncologische aandoeningen. Glioom werd apart gecategoriseerd van de overige hersenkankers.
Aan de hand van een grote hoeveelheid CT-scanbeelden en gegevens over historische instellingen van de CT-scanners konden lineaire dosisrespons modellen worden opgesteld die het relatieve risico op hersenkanker per 100 milligray cumulatieve straling in kaart brachten. Als uitkomst gold de eerste diagnose van hersenkanker, minstens 5 jaar na de eerste CT-scan.
Van bijna 950.000 potentiele deelnemers werden er 658.752 (69%) geincludeerd in de studie. Van hen was 56% man. Gedurende een mediane follow-up van 5,6 jaar werden 165 gevallen van hersenkanker geconstateerd, waarvan 121 (73%) glioom. De gemiddelde cumulatieve straling door de CT-scans (met inachtneming van het interval van 5 jaar) was 47,4 milligray voor alle deelnemers, meer 76,0 milligray voor degenen met hersenkanker. Er was een significante lineaire dosisrespons relatie voor alle hersenkankers (geschat risico percentage [ERR] per 100 mGy 1,27 [95%BI 0,51-2,69]) en voor glioom (ERR per 100 mGy 1,11 [95%BI 0,36-2,59]). De resultaten waren robuust wanneer de aanvang van de follow-up later was dan na 5 jaar, en ook als deelnemers met mogelijk niet eerder vastgestelde kankers geëxcludeerd werden.
De onderzoekers concluderen dat er een significante relatie bestaat tussen blootstelling aan CT-gerelateerde straling en het risico op hersenkanker op latere leeftijd. Zij benadrukken dat het daarom heel belangrijk is om zorgvuldig af te wegen wanneer een kind of jongvolwassene een CT-scan moet ondergaan, en dat daarbij zo laag mogelijke doses straling gebruikt moeten worden.
Referentie