Volgens een recente studie uit Zweden hebben mannen met prostaatkanker een 50% hoger risico op veneuze trombo-embolie (VTE) dan mannen zonder prostaatkanker. Medisch vakblad BMC Open besteedde onlangs aandacht aan deze studie.
VTE is een van de voornaamste doodsoorzaken onder kankerpatiënten omdat bloedstolsels vooral voor mensen met gevorderde kanker een groot risico vormen. De Zweedse onderzoekers wilden het effect van VTE op behandeluitkomsten in kaart brengen bij mannen met prostaatkanker. Daartoe analyseerden zij data uit het nationale prostaatkankerregister in Zweden.
Er werd een nationaal cohort geanalyseerd met 92.105 mannen met prostaatkanker, en van een controlecohort van 466.241 mannen zonder prostaatkanker. Het bleek dat 3,2% van de mannen met prostaatkanker te maken kreeg met VTE, vergeleken met 2,1% in de controlegroep. In de prostaatkankergroep was de incidentie van VTE per 1000 persoonsjaren 6,54 (95%-BI: 6,31-6,78), en in de controlegroep was dat 4,27 (95%-BI: 4,18-4,35). De onderzoekers hebben berekend dat mannen met prostaatkanker 50% meer kans hebben om een VTE te ontwikkelen dan mannen zonder prostaatkanker.
De bevindingen geven aan dat behandelaren van prostaatkankerpatiënten zich goed bewust moeten zijn van het tromboserisico, en dan met name in de eerste zes maanden na diagnose. Wel merken de onderzoekers op dat de toename van het tromoboserisico bij prostaatkankerpatiënten lager is dan bij andere soorten kanker. Zij vermoeden dat dat komt doordat bij een groot deel van de prostaatkankerpatiënten sprake is van lokale ziekte met een laag risico op uitzaaiing.
Referentie