De immuuntherapie nivolumab wordt sinds 1 juli uit het basispakket vergoed voor volwassen patiënten die een tumor met een zeldzame afwijking (dMMR of MSI) hebben en voor wie geen andere behandeling meer beschikbaar is. Het Zorginstituut heeft daar een positief standpunt over uitgebracht.
Het besluit is een regelrecht gevolg van de DRUP-studie, waarbij behandelaars, verzekeraars, het Zorginstituut en farmaceuten de handen ineen sloegen om te onderzoeken of bestaande –en goedgekeurde- kankergeneesmiddelen ook op andere indicaties ingezet kunnen worden als het gaat om patiënten die anders geen behandelmogelijkheid meer hebben. In het geval van een MSI-profiel gaat het om een DNA-mutatie die bij hooguit 2% van alle patiënten met uitgezaaide kanker voorkomt, en voor wie geen behandelopties bestaan. Binnen de DRUP-studie werd echter aangetoond dat bijna de helft van deze patiënten gebaat is bij nivolumab: de tumor krimpt en verdwijnt soms zelfs, en dat levert een overlevingswinst op van minstens 22 maanden.
De DRUP-studie (DRUP staat voor Drug Rediscovery Protocol) vond plaats in 35 Nederlandse ziekenhuizen, en was bedoeld om patiënten met zeldzame kankers of kankermutaties (zoals dus MSI) uitzicht op nieuwe behandelingen te bieden. Omdat het bij deze ziektes gaat om kleine patiëntenaantallen zou het immers nooit mogelijk zijn om de gangbare grote klinische studies uit te voeren.
Bijzonder aan het DRUP-project was dat de geneesmiddelkosten, en daarmee de risico’s, verdeeld tussen de fabrikant (in geval van nivolumab Bristol Myers Squibb/BMS) en de zorgverzekeraars. De fabrikant stelde het medicijn gedurende de eerste 16 weken beschikbaar en de zorgverzekeraars vergoedden vervolgens de behandeling indien de patiënt daar inderdaad baat bij had. Binnen Europa is dit een unieke werkwijze, Nederland is het eerste land in Europa dat op deze manier tot een indicatie-uitbreiding voor een bestaand kankermedicijn komt.
Meer informatie