Samenvatting

Invasieve lobulaire borstkanker (ILC) is een histologisch borstkankersubtype dat bij ongeveer 5–10% van alle borstkankerpatiënten voorkomt. Het wordt gekenmerkt door metastasering naar het skelet, ovaria, peritoneum en gastro-intestinale kanaal. Naast de specifieke morfologie is er vaak sprake van verlies van E-cadherine. Translationeel onderzoek heeft uitgewezen dat er, op basis van genetische kenmerken, genen eiwitexpressie, globaal twee subtypen van ILC lijken te bestaan: een immuun-gerelateerd (IR) en hormoon-gerelateerd (HR) subtype. In het IR-subtype wordt hogere expressie gezien van genen gerelateerd aan T-cellen, zoals CD4, CD8 en CD274 (PD-L1). IRILC’s lijken in vitro gevoeliger voor DNA-beschadigende chemotherapie, zoals platinum.

Immuun-checkpoint-remmers worden met succes gebruikt in de behandeling van meerdere tumortypen, zoals melanoom en niet-kleincellig longcarcinoom. De eerste resultaten van fase 1- en 2-studies bij patiënten met gemetastaseerde borstkanker zijn veelbelovend, met name bij tripel-negatieve borstkanker. Bij oestrogeenreceptor (ER)-positieve borstkanker lijkt er een kleine subgroep te zijn met langdurig voordeel. Tot op heden zijn er nog geen gegevens beschikbaar over immuuntherapie bij ILC-patiënten. De GELATO-studie is een multicenter fase 2-studie, waarbij wordt gekeken naar de effectiviteit en veiligheid van een combinatie van lage dosis carboplatine met anti-PDL1 (atezolizumab). Er worden tumorbiopten en bloed afgenomen voor uitgebreid translationeel onderzoek. De focus hiervan ligt op het exploreren van voorspellende biomarkers voor immuuntherapie en het bestuderen van de lokale en systemische immuunrespons na lage dosis carboplatine en anti-PDL1.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2018;15:64–7)