Samenvatting
De komst van ‘magnetic resonance imaging‘ (MRI) heeft een grote impact op de radiotherapie bij patiënten met cervixcarcinoom. Tumor, cervix en omliggende organen zijn duidelijk te onderscheiden door het sterke wekedelencontrast, waardoor het doelvolume en de kritieke organen nauwkeurig kunnen worden gedefinieerd. Door meerdere MRI-scans te maken tijdens de bestralingen kunnen deformaties van de cervix en uterus door veranderende vulling van blaas en rectum, evenals regressie van de tumor, worden geanalyseerd. Door analyse van deze MRI-scans is het mogelijk om marges rondom het doelvolume voor de uitwendige bestraling te bepalen.
Ook voor brachytherapie is de impact van MRI groot. Door kennis van de locatie en uitbreiding van tumor en cervix kan de dosis gerichter worden afgegeven. Hoge targetdoses kunnen worden bereikt, terwijl sparing van de omliggende organen meestal mogelijk is. De hogere dosis leidt tot een hoge lokale controle waardoor de focus nu ligt op het verbeteren van regionale controle, overleving en het verminderen van bijwerkingen.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2013;10:89–95)