Steeds meer wordt duidelijk dat het darm microbioom, de darmflora, een rol speelt bij diverse soorten kanker. Recent onderzoek uit Engeland en Zwitserland laat zien hoe bacteriën in de darmen als aanjager fungeren voor prostaatkanker en hoe ze er zelfs voor zorgen dat de kanker minder ontvankelijk wordt voor hormoontherapie. Op basis van deze bevindingen kunnen mogelijk nieuwe behandelingen voor prostaatkanker ontwikkeld worden die zich richten op het microbioom. Wetenschappelijk vaktijdschrift Science publiceerde de studie.
Gevorderde prostaatkanker wordt standaard behandeld met androgeendeprivatie, een vorm van hormoontherapie waarbij mannelijke hormonen onderdrukt worden om zodoende de groei van de tumor af te remmen. Een groep wetenschappers van het Institute of Cancer Research in Londen en het Institute of Oncology Research in Bellinzona, Zwitserland onderzochten met muismodellen en biopten wat precies de rol van het darm microbioom is bij de progressie van prostaatkanker. En het bleek dat in antwoord op te lage androgeenniveaus het darm microbioom in sommige patiënten reageert door een soort surrogaat-hormonen te produceren.
Voor hun onderzoek schakelden de wetenschappers alle darmbacteriën uit bij muizen met prostaatkanker, en het bleek dat daardoor de tumorgroei afnam en ook de resistentie voor hormoonbehandelingen afgeremd werd. Omgekeerd stelden ze ook vast dat een fecestransplantatie met poep van muizen met hormoon-resistente prostaatkanker bij muizen met een laag androgeengehalte leidde tot tumorgroei. Ze ontdekten ook dat bacteriën in het darm microbioom van de muizen zelf in staat waren om androgenen te produceren uit voorlopermoleculen.
De onderzoekers bestudeerden vervolgens het darm microbioom bij in totaal 74 mannen met gevorderde prostaatkanker in het Verenigd Koninkrijk. Van hen hadden er 19 een kanker die nog wel reageerde op androgeendeprivatie, en 55 hadden een hormoonresistente vorm van prostaatkanker. Het bleek dat het transplanteren van fecaal materiaal van de mannen met hormoonresistente kanker in muizen die een kanker hadden die nog wel reageerde op hormoonbehandelingen ervoor zorgde dat er tumorgroei en resistentie optraden.
Vervolgens bestudeerden de wetenschappers de microben in de ontlasting van de kankerpatiënten nader met behulp van organoïden (gekweekte mini-tumoren), en ontdekten dat de Ruminococcus bacterie een rol speelt bij de ontwikkeling van resistentie. Ze stelden ook vast dat een andere bacterie, Prevotella stercorea, juist wel een remmend effect op kankergroei en resistentie had.
De onderzoekers hopen nu aan de hand van verdere analyse van de darmflora precies te kunnen voorspellen welke patiënten mogelijk minder baat hebben van androgeendeprivatie. Bij deze patiënten zou dan het microbioom gemanipuleerd kunnen worden, bij voorbeeld door een fecestransplantatie of door het drinken van probiotica die verrijkt is met gunstige bacteriën zoals P. stercorea. Eer het zo ver is zijn wel verdere klinische studies vereist.
Uiteindelijk kan het onderzoek leiden tot een nieuwe adjuvante behandeling van gevorderde prostaatkanker, waarbij de androgeenproducerende bacteriën in de darmflora buitenspel gezet worden.
Referentie