Er is een ‘waarschijnlijk causaal verband’ tussen spiegels van insuline groeifactor-1 (IGF-1) en de ontwikkeling van borstkanker. Dit is recent gebleken uit een studie gepubliceerd in Annals of Oncology.
Uit epidemiologisch onderzoek is een positief verband tussen circulerende IGF-1-concentraties en het risico op borstkanker gebleken, maar de omvang en causaliteit van deze relatie waren tot dusver nog onzeker. Een nieuwe observationele studie maakte causale gevolgtrekking mogelijk met behulp van Mendeliaanse Randomisatie (MR).
De associatie tussen circulerende IGF-1-concentraties en het risico op borstkanker werd onderzocht met behulp van data van 206.263 vrouwen uit de Britse Biobank. Multivariabele hazard ratio’s (HR’s) en 95% betrouwbaarheidsintervallen (BI) werden berekend met behulp van Cox-modellen. HR’s werden gecorrigeerd voor regressieverdunning met behulp van herhaalde IGF-1-metingen die beschikbaar waren in een substeekproef van 6.711 vrouwen. Voor de MR-analyses werden genetische varianten geïdentificeerd die geassocieerd waren met circulerende concentraties van IGF-1- en IGF-bindend eiwit-3 (IGFBP-3). Tevens werd hun verband met borstkanker onderzocht door gebruik te maken van genoomdata van 122.977 cases en 105.974 controles.
In de Britse Biobank traden 4.360 gevallen van borstkanker op na een mediane follow-up van 7,1 jaar. Hogere IGF-1-concentraties werden geassocieerd met een verhoogd risico op borstkanker (HR=1,11 [95% BI=1,07-1,16]). In de MR-analyses was een toename van de IGF-1-concentratie met 5 nmol/l geassocieerd met een hoger risico op borstkanker (odds ratio=1,05 [95% BI=1,01-1,10]; p=0,02), met een vergelijkbare effectschatting voor oestrogeen-positieve tumoren, maar geen effect voor oestrogeen-negatieve tumoren.
In conclusie ondersteunt deze studie een ‘waarschijnlijk causaal verband’ tussen circulerende IGF-1-concentraties en borstkanker. Dit suggereert dat interventies gericht op IGF-signalering gunstig kunnen zijn bij het voorkomen van borsttumorigenese.
Bron
1. Annals of Oncology