Fase II-studie van antidepressivum fenelzine bij recidiverende prostaatkanker

maart 2020 Oncotrials Eline Feenstra
Unrecognizable female mental health professional explains to a male patient the side effects of an anti-depressant medication

Fenelzine, een niet-selectieve mono-amine oxidase remmer die al tientallen jaren als antidepressivum wordt gebruikt, blijkt ook effectief te zijn in het bestrijden van prostaatkanker bij patiënten met een recidief na operatie of bestraling. Dat is de uitkomst van een Amerikaanse studie die recent is gepubliceerd in Prostate Cancer and Prostatic Diseases.

Monoamine oxidase A (MAOA) beïnvloedt de prostaatkankergroei en metastasering in preklinische modellen. De nieuwe studie uit de Verenigde Staten onderzocht de effecten van fenelzine bij patiënten met biochemische recidiverende castratiegevoelige prostaatkanker.

Recidiverende prostaatkanker

In deze open-label studie participeerden proefpersonen met biochemische recidiverende prostaatkanker waarbij sprake was van prostaat specifiek antigeen (PSA) ≥0,4 ng/ml na een prostatectomie, of PSA ≥2 ng/ml na bestraling. Verder waren geen metastasen zichtbaar op een bot- en CT-scan van de borst, buik en het bekken. Ook vertoonden de patiënten normale androgeenlevels. De proefpersonen kregen tweemaal daags oraal 30 mg fenelzine toegediend. Het effect van de fenelzine op de stemming werd door de patiënt zelf beoordeeld aan de hand van de ‘hospital anxiety depression score’ vragenlijst. Het primaire eindpunt was het percentage patiënten dat een PSA-afname van ≥50% bereikte ten opzichte van de baseline.

In totaal kwamen 20 patiënten in aanmerking voor de studie met de volgende kenmerken: gemiddelde ± SD-leeftijd 66,9 ± 4,8 jaar en PSA 4,7 ± 5,8 ng / dl. Maximale PSA-dalingen ≥30% en ≥50% werden waargenomen bij respectievelijk 25% (n=5/20) en 10% (n=2/20) van de proefpersonen. Na 12 weken waren 17 proefpersonen nog onder behandeling met PSA-dalingen van respectievelijk ≥30% en ≥50%.

Bijwerkingen

Veelvoorkomende bijwerkingen waren duizeligheid (graad 1=45%, graad 2=35%), hypertensie (graad ≥2=30%) en oedeem (graad 1=25%, graad 2=10%). Een episode van graad 4 hypertensie trad op en 2 episodes van graad 3, waardoor de behandeling moest worden stopgezet. De vragenlijsten lieten een significante afname van angstgevoelens zien en geen significant verschil in depressieve gevoelens tijdens de gehele behandeling.

In conclusie bleek fenelzine werkzaam te zijn bij patiënten met biochemisch recidiverende castratiegevoelige prostaatkanker. De meeste bijwerkingen die ontstonden waren mild. Therapieën gericht op MAOA kunnen een nieuw aanknopingspunt vormen voor de behandeling van patiënten met recidiverende prostaatkanker.

Bron
1. Prostate Cancer and Prostatic Diseases