Er is al eerder aangetoond dat de verhouding neutrofiele granulocyten/lymfocyten (NLR) voorafgaand aan de behandeling van invloed is op de prognose van patiënten met stadium III/IV melanoom. Een nieuwe studie laat zien dat dit ook het geval lijkt te zijn voor de behandeling van nierkanker en bronchuscarcinoom met immunotherapie. Deze resultaten zijn onlangs gepresenteerd op ESMO 2019.
Een verhoogde NLR is gelinkt aan een slechtere prognose bij verscheidene ziektebeelden. Tot nu toe was er echter nog weinig data beschikbaar van patiënten behandeld met anti PD-1 immuuntherapie. Franse onderzoekers hebben gekeken naar het effect van de NLR op de prognose van patiënten met niet-kleincellig longkanker of heldercellig niercarcinoom die die behandeld werden met nivolumab.
Een totaal van 161 patiënten werd onderzocht waarvan 86 patiënten met nierkanker en 75 patiënten met bronchuscarcinoom. Nadat de patiënten voor 25 maanden gevolgd zijn, bleek de progressievrije overleving en totale overleving 4,6 en 24,7 maanden te zijn bij de patiënten met nierkanker en 4,4 en 16,8 maanden in de groep met bronchuscarcinoom. Een verhoogde NLR waarde was geassocieerd met een slechtere progressievrije overleving (HR=2,6; p=0,000004) en totale overleving (HR=2,3; p=0,001). Naast de totale groep bleek dit ook het geval te zijn na analyse van de aparte groepen. Bovendien daalde de NLR-waarde bij patiënten die goed op de behandeling reageerden.
De studie bevestigt dat NLR een prognostische waarde kan hebben bij patiënten met niet-kleincellige longkanker en heldercellig niercarcinoom die immuuntherapie ondergaan. Zo duidt een stijging van NLR op een lagere progressievrije overleving en totale overleving. Dit kan van invloed zijn op het samenstellen van een behandelplan.
Bronnen
1. Simonaggio A, et al. ESMO 2019;#1255P
2. Oncology Pro ESMO