In het afgelopen jaar hebben 124.000 mensen in ons land te horen gekregen dat zij kanker hebben. Dat blijkt uit de jaarcijfers van de Nederlandse Kankerregistratie die door Integraal Kankercentrum Nederland wordt bijgehouden.
Het gaat om een aanzienlijke stijging vergeleken met eerdere jaren: 11.000 meer dan in 2020 en 4.000 meer dan in 2019, toen er nog geen coronapandemie was. De stijging ten opzichte van dat jaar is wel in lijn met de verwachtingen op grond van de bevolkingsgroei en de vergrijzing. De daling in kankerdiagnoses in 2020 komt helemaal voor rekening van de coronapandemie, toen diagnoses werden gemist door uitstel van artsbezoek, het tijdelijk stopzetten van bevolkingsonderzoeken naar kanker en de afschaling van de zorg in de eerste maanden van de pandemie.
In 2021 kwam het aantal diagnoses weer overeen met de verwachting bij alle soorten kanker. Ook de ranglijst van meest voorkomende kankerdiagnoses bleef ongewijzigd. De top-5 van kankersoorten was vorig jaar goed voor bijna 60% van het totaalaantal nieuwe diagnoses.
Andere veel voorkomende kankersoorten zijn hematologische maligniteiten (o.a. leukemie en lymfklierkanker), melanoom, kanker van de urinewegen (o.a. blaas en nier), kanker van de lever, galwegen en alvleesklier, en kanker van de vrouwelijke geslachtsorganen (o.a. baarmoeder en eierstokken).
Darmkanker is de enige veelvoorkomende kankersoort die steeds minder vaak voorkomt. Het aantal diagnoses was in 2021 lager dan in 2019. Dat heeft alles te maken met het bevolkingsonderzoek darmkanker waarbij veel voorstadia van darmkanker worden opgespoord en verwijderd. Daardoor daalt het aantal gevallen al enkele jaren.
Bij alle andere soorten kanker was het aantal gevallen in 2021 gelijk of hoger dan in 2019, terwijl er in coronajaar 2020 minder diagnoses waren. Alleen bij hematologische kanker, kanker van slokdarm, maag, of lever, galwegen of alvleesklier is er in 2020 geen daling in het aantal diagnoses gezien. Dit komt waarschijnlijk door de ernstige symptomen van deze kankersoorten, zoals slikklachten bij slokdarmkanker en geelzucht bij alvleesklierkanker. Daardoor is de diagnose waarschijnlijk niet vertraagd.
Kanker komt het meest voor bij ouderen: een derde van de patiënten was in 2021 bij diagnose 75 jaar of ouder, ruim 40% was tussen de 60 en 75 jaar oud. Van alle nieuwe kankerpatiënten was 6% jonger dan 45 jaar.
Er is nu wel meer duidelijkheid over de vraag of het uitstellen van kankerdiagnoses in het coronajaar 2020 geleid heeft tot verlate, ongunstiger diagnoses waarbij de patiënten al uitzaaiingen hadden. Het bleek echter dat de daling van het aantal diagnoses gedurende de eerste maanden van de pandemie het grootste was bij patiënten zonder uitzaaiingen. Ook het aantal nieuwe diagnoses met uitzaaiingen in lymfeklieren daalde, maar minder dan het aantal patiënten met helemaal geen uitzaaiingen. Het aantal patiënten met uitzaaiingen in andere organen (dit zijn de patiënten die de grootste kans hebben om aan de ziekte te overlijden) was in 2020 vrijwel gelijk aan het gemiddelde van 2018/2019.
Toch valt volgens IKNL niet uit te sluiten dat een latere diagnose bij een relatief klein aantal patiënten wel ernstige gevolgen kan hebben gehad. Ook is het mogelijk dat een ongunstig effect van de COVID-19-epidemie met vertraging zal optreden en pas later zichtbaar zal worden.
In IKNL-de jaarcijfers is de meest voorkomende vorm van kanker, het basaalcelcarcinoom van de huid niet meegenomen. Deze minst ernstige vorm van huidkanker wordt niet in het totale aantal kankerdiagnoses meegeteld omdat er vrijwel niemand aan komt te overlijden. In 2021 kregen 60.000 mensen voor het eerst te maken met een dergelijke vorm van huidkanker. In coronajaar 2020 waren dat 55.000 mensen en in 2019 ging het om 65.000 mensen. Het aantal was in 2021 dus 5.000 lager dan in 2019. Een verklaring kan zijn dat sommige mensen nog steeds de zorg mijden als het om een schijnbaar onschuldige aandoening met vaak weinig klachten.
Meer informatie
Bezoek de website van IKNL voor de laatste cijfers: www.iknl.nl/nkr-cijfers