Dankzij de coronapandemie is er volop aandacht voor de mRNA vaccins. Een vrij nieuwe manier om vaccins te ontwerpen, die aan de basis stond van de Pfizer/BioNTech en Modernavaccins, die als eersten werden ingezet om mensen te vaccineren tegen het SARS-CoV-2 virus. Kunnen mRNA vaccins ook een rol spelen in de strijd tegen kanker?
Al voordat COVID-19 opdook, begin 2020, waren er al mRNA-vaccins in ontwikkeling, en een van de ziektes waar het onderzoek zich op focuste was kanker. En dat onderzoek gaat onverminderd voort: afgelopen juni meldde BioNTech uit het Duitse Mainz dat een fase 2 studie was gestart met hun BNT111-vaccin, en dat de eerste patiënten met gevorderd melanoom reeds een inenting hadden ontvangen. Daarnaast werkt BioNTech ook aan vaccins voor onder meer prostaatkanker, hoofd-halskanker, eierstokkanker, triple negatief borstkanker en niet-kleincellig longkanker.
In tegenstelling tot de coronavaccins gaat het in dit geval niet om een profylactisch vaccin, maar om een therapeutisch vaccin. Zo’n vaccin ‘traint’ als het ware het immuunsysteem om bepaalde eiwitten te herkennen op de huid van kankercellen. Vervolgens worden die cellen opgeruimd, net zoals dat bij virussen gebeurt.
Een van de redenen waarom kanker zo dodelijk is, is het feit dat de ziekte niet door ons eigen immuunsysteem wordt herkend en dus ook niet wordt aangevallen. Een therapeutisch vaccin kan daar verandering in brengen. De onderzoekers bij BioNTech hebben vier kankerspecifieke antigenen gevonden, waarvan er minstens een aanwezig is bij meer dan 90% van alle melanoompatiënten.
Toch is het moeilijk om een therapeutisch vaccin te ontwerpen dat bij elke patiënt werkt. In feite is elke kanker uniek, en dat betekent dat vaccins op maat het meest effectief zijn. On tot een gepersonaliseerd therapeutisch mRNA vaccin te komen wordt het DNA en RNA van een tumor gesequenced en vergeleken met dat van gezond weefsel. Specifiek wordt dan gezocht naar eiwitten die alleen door tumorcellen geëxpresseerd worden. Gaat het immers om eiwitten die ook door gezonde cellen geëxpresseerd worden, dan bestaat de kans dat het afweersysteem ook gezonde cellen aanvalt.
Intussen wordt er ook gewerkt aan profylactische vaccins, die vooral bedoeld zijn voor mensen die een aantoonbaar verhoogd risico op kanker hebben. Dat kan te maken hebben met erfelijke eigenschappen, maar ook met bijvoorbeeld een BRCA 2-mutatie die een verhoogd risico op borstkanker met zich meebrengt. Er vinden al dierproeven plaats met dergelijke vaccins, en de wetenschappers werken aan mRNA varianten van deze vaccins.
Het voordeel van een mRNA-vaccin is dat het minder moeilijk te vervaardigen is dan eiwitgebaseerde vaccins, en beduidend sneller te maken zijn. Die snelheid kan een belangrijke factor zijn als het gaat om de behandeling van agressieve kankers zoals melanoom. Het maken van een gepersonaliseerd eiwitgebaseerd vaccin kan weken duren, en juist voor deze patiënten is de factor tijd allesbepalend.
Meer informatie
Bezoek de website van BioNTech