Vrouwen, die bij hun borstkankerbehandeling kiezen voor een borstsparende behandeling, of naderhand een borstreconstructie ondergaan blijken tevredener over de kwaliteit van hun leven dan vrouwen die hun borst permanent verliezen. Dat is de conclusie uit een studie naar de langetermijngevolgen van een borstamputatie onder leiding van onderzoekers van het Erasmus MC in Rotterdam, waarover onlangs werd gepubliceerd in wetenschappelijk tijdschrift Plastic & Reconstructive Surgery.1
Borstkanker is een van de meest voorkomende kankers onder Nederlandse vrouwen. De Nederlandse Kankerregistratie geeft aan dat er vorig jaar bij 17.181 mensen borstkanker vastgesteld werd, waarvan 17.037 vrouwen. Borstkanker is de meest voorkomende kankersoort bij vrouwen. 28 % van alle kankerdiagnoses bij vrouwen is borstkanker. De ziekte maakt elk jaar ruim 3.000 dodelijke slachtoffers.2
Aan het onderzoek, dat plaatsvond in het Erasmus MC en vier perifere ziekenhuizen, hebben bijna 1.871 vrouwen deelgenomen, die zijn behandeld tussen 2008 en 2018. Zij ondergingen zes maanden tot tien jaar geleden een operatie voor borstkanker. De kwaliteit van leven is gemeten aan de hand van vragenlijsten, die vaker worden gebruikt bij borstkankerpatiënten.
Een borstamputatie is een veel toegepaste behandelstrategie bij borstkanker, soms gaat het dan om een gedeeltelijke mastectomie, soms wordt de gehele borst afgezet. De vier meest voorkomende chirurgische behandelmogelijkheden bij borstkanker zijn: borstamputatie, borstsparende therapie, borstamputatie gevolgd door prothesereconstructie en borstamputatie gevolgd door lichaamseigen weefselreconstructie.
De uitkomst van het onderzoek is dat vrouwen die hun borst verliezen negatieve gevolgen ervaren in relatie tot lichaamsbeleving en wat betreft psychosociaal en seksueel welbevinden. Bij vrouwen die een borstsparende operatie hebben ondergaan, of een borstreconstructie hebben gehad zijn die negatieve gevoelens veel minder.
Een van de onderzoeksleiders was prof. dr. Marc Mureau, plastisch chirurg en gespecialiseerd in oncologisch reconstructieve chirurgie in het Erasmus MC. Hij zegt: “De uitkomsten van dit onderzoek zijn belangrijk voor de toekomst van borstkankerzorg. Kennis over de langetermijneffecten van de verschillende behandelmogelijkheden is belangrijk voor patiënten zodat zij samen met de medisch specialist een goed geïnformeerde keuze kunnen maken voor hun behandeling.”
Wanneer er zich na een borstreconstructie complicaties voordoen, verandert het beeld overigens wel. Vrouwen die dat meemaken waarderen hun levenskwaliteit een stuk lager, en dat negatieve effect is het grootst en meest langdurig bij vrouwen die een reconstructie met lichaamseigen weefsel hebben ondergaan. Bij 42% van de vrouwen die zo’n procedure ondergaan treden complicaties op, terwijl dat percentage bij vrouwen die een prothesereconstructie krijgen op 33% ligt. Bij vrouwen die een borstsparende operatie ondergaan komen klachten overigens meer voor dan bij vrouwen die een borstreconstructie ondergaan. Dat ligt volgens onderzoekers aan het feit dat een borstsparende operatie wordt opgevolgd door bestraling.
Bron
2: Nederlandse Kankerregistratie cijfers over borstkanker
Meer informatie
Lees meer op de website van de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie
Naar boven
