Dat darmkanker mede veroorzaakt kan worden door bepaalde eet- en drinkgewoonten is bekend, maar dat bacteriën een rol bij de ziekte kan spelen is een ander verhaal. Onderzoekers uit Utrecht beschrijven in een artikel in het tijdschrift Nature dat een doodgewone bacterie, die bij veel mensen in de darmen leeft, een stof afscheidt die bij misschien 1000 Nederlanders per jaar kanker tot gevolg kan hebben.
Darmkanker is een van de meest voorkomende kankers in Nederland, met zo’n 12.000 nieuwe gevallen per jaar. Om die reden bestaat er sinds enkele jaren dan ook een bevolkingsonderzoek naar darmkanker. Vroege detectie betekent namelijk vaak dat de ziekte voorkomen kan worden, of in elk geval succesvoller bestreden kan worden.
De darmen bevatten miljoenen bacteriën, die we ook wel aanduiden als de darmflora. Ze helpen onder meer bij de spijsvertering en hebben over het algemeen een heilzaam effect op de gezondheid. Een van de bekenste darmbacteriën is Eschericia coli (E.coli). Het blijkt dat een variant van E.coli, die bij ongeveer 10% van de mensen voorkomt, de stof colibactin vrijmaakt, die schade toebrengt aan het cel-DNA. Wanneer de cel de schade probeert te herstellen kan er een mutatie optreden, die de potentie heeft om in een tumor te veranderen.
De Utrechtse onderzoekers, onder leiding van prof. Hans Clevers, hebben een speciale stamceltechnologie ontwikkeld waarmee miniversies van organen, zoals darmen gekweekt kunnen worden. Een gekweekte darm bezit nog geen darmflora, en dat betekent dat zo’n darm met een enkele bacteriestam ‘bevolkt’ kan worden. Dat is gebeurd met de E.colivariant, zowel in een versie waarbij colibactin aangemaakt werd, als een versie waarbij dat niet gebeurde. Na een paar maanden bleken in de darmpjes met de colibactin-variant ongebruikelijke mutaties in het DNA te ontstaan.
De gegevens uit de geweekte minidarmen werden vervolgens met de gegevens van 8.000 darmtumoren uit een databank vergeleken. Wat bleek: bij 5% van die tumoren trad dezelfde ongewone DNA-mutatie op. En daarmee was de lang vermoede relatie tussen de variant op E-coli en darmkanker voor het eerst aangetoond.
In principe opent de ontdekking de deur naar nieuwe behandelingen. Dragers van de gevaarlijke variant van E.coli zouden door middel van een uitbreiding van het bestaande bevolkingsonderzoek opgespoord kunnen worden. Bij die personen zou dan volgens de onderzoekers de darmflora gedood kunnen worden met antibiotica, om dan vervolgens een nieuwe set gezonde darmflora toe te dienen in de vorm van een poeptransplantatie.
Bron
1.Lees HIER het oorspronkelijke artikel in Nature.