Twee ziekenhuislocaties binnen een en hetzelfde concern, allebei in dezelfde stad, een paar kilometer van elkaar verwijderd. Een patiënt verhuist van het ene naar het andere ziekenhuis. Maar als de patiëntgegevens naar de andere locatie moeten kan er niet snel even een mailtje verstuurd worden. Nee, de gegevens moeten op een CD-rom worden gebrand en per koerier overgebracht worden. Zomaar een voorbeeld uit de praktijk. En wat minister Bruno Bruins betreft wordt het tijd dat daar verandering in komt.
Nog dit jaar komt minister Bruins daarom met een wetsvoorstel om ziekenhuizen en klinieken ertoe te verplichten om onderlinge digitale gegevensuitwisseling mogelijk te maken. Niet alleen onderling, maar ook richting de patiënt. Die moet online altijd zijn eigen medische gegevens in kunnen zien, ze delen met wie hij of zij wil, of ze koppelen aan apps. Ziekenhuizen en klinieken krijgen 75 miljoen euro om snel aan de wettelijke verplichting te kunnen voldoen, zodat zij medische gegevens aan elkaar en aan patiënten beschikbaar kunnen stellen.
Bruins: “Met deze 75 miljoen subsidie wil ik mogelijk maken dat de patiënt de regie krijgt over zijn of haar eigen medische gegevens. Met digitale gegevensuitwisseling kunnen bovendien vermijdbare fouten worden voorkomen en houden artsen meer tijd over omdat ze geen gegevens hoeven over te typen. Ik vind het onbestaanbaar dat we, in een tijd dat we met elkaar kunnen facetimen over de hele wereld, in de zorg nog faxen versturen. Digitaal moet het nieuwe normaal worden. En zo snel mogelijk!”
Veiligheid is wel een randvoorwaarde voor de gegevensuitwisseling. De persoonlijke gezondheidsomgeving waar de ziekenhuizen en andere medisch specialistische zorgorganisaties gegevens mee gaan delen moeten daarom voldoen aan de veiligheidseisen van het MedMij-afsprakenstelsel. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport laat door ICT-specialisten controleren of de gegevensuitwisseling tussen instellingen daadwerkelijk digitaal gebeurt.
De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) reageert tevreden: “Wij zijn trots dat we met deze regeling gezamenlijk voortbouwen op de versnelling van uitwisseling met de patiënt en tussen medisch specialistische zorginstellingen onderling.”
De landelijke Versnellingsprogramma’s Informatie-uitwisseling Patiënt en Professional (VIPP) helpen om de zorg klaar te maken voor digitale gegevensuitwisseling van medische gegevens. In totaal heeft het kabinet 400 miljoen beschikbaar gesteld, waarvan er 75 miljoen subsidie nu gaat naar instellingen voor medisch specialistische zorg. De Nederlandse Vereniging voor Ziekenhuizen (NVZ), de Nederlandse Federatie Universitair Medische Centra (NFU) en de Zelfstandige Klinieken Nederland (ZKN) voeren het programma uit.