Een op de drie mensen krijgt in de loop van zijn of haar leven te maken met kanker. Het aantal mensen dat de diagnose krijgt stijgt gestaag, en het blijft doodsoorzaak nummer een in de meeste Europese landen. Toch is er ook goed nieuws: de overleving neemt toe, en zelfs als genezing geen optie is kunnen patiënten vaak jaren aan hun leven toevoegen met een goede kwaliteit van leven. Betere preventie, tijdige screening en verbeterde medicatie dragen daaraan bij.
Het Zweedse instituut voor Gezondheidseconomie publiceerde recent een vergelijkende studie naar kanker in Europa. De opstellers van dat rapport signaleren een opvallende trend: lang niet iedereen in Europa is in staat om dezelfde zorg te ontvangen. En zeker wanneer het om toegang tot de nieuwste –en vaak dure- behandelmethoden en medicijnen gaat is de ongelijkheid tussen verschillende landen groot. En ook als het om de vergoeding van een behandeling gaat is het verschil groot: van 119 dagen in Duitsland tot meer dan 900 dagen in Servië.
Om die reden heet het EFPIA Oncology Platform het initiatief genomen tot Time to Patient Access. Daarbinnen hebben stakeholders uit heel Europa informatie gedeeld over waar de vertragingen door ontstaan, en aan oplossingen die medicijnen sneller bij patiënten kunnen brengen. Er blijken negen factoren te zijn die bijdragen aan de vertragingen. Die zijn in drie velden onder te verdelen: procesfactoren, value assessment criteria en als derde de mate van gereedheid van een nationaal gezondheidsstelsel.
Bij de procesfactoren wordt onder meer vastgesteld dat niet elk land een maximale termijn heeft vastgesteld om een beslissing te nemen over vergoeding van medicijnen of over prijzen. Dat, terwijl de EU bepaalt dat dat proces maximaal 180 dagen in beslag mag nemen.
Ook niet bevorderlijk is de bureaucratie van het beslisproces: in Nederland bestaat er de Zorgautoriteit waar de beslissing over wel of niet vergoeden van een medicijn vrij snel genomen wordt, maar er zijn landen waar er op nationaal, regionaal en zelfs lokaal niveau beslissingen genomen moeten worden. En dat maakt dat kankerpatiënten in die landen soms veel langer op medicijnen moeten wachten die elders in Europa al wel beschikbaar zijn.
In de tweede categorie, die van de value assessment criteria valt op dat er vaak sprake is van een verschil van allerlei eisen die niet op elkaar aansluiten. Tussen de industrie, de overheden en de instanties die medicijnen beoordelen bestaat er vaak geen eenduidigheid over toetsingscriteria. Dat zorgt ervoor dat het langer duurt om een correct besluit te nemen. Daarnaast kunnen beoordelingsinstanties de snelheid van de innovaties simpelweg niet bijhouden. Doelgerichte therapie, stamceltherapie, immuuntherapie… de doorbraken volgen elkaar snel op.
Daarnaast worden kankers steeds meer –en succesvol- behandeld door combinaties van medicijnen en door off-label gebruik, vaak zonder dat daar een trial aan vooraf is gegaan. Terwijl de toetsingscriteria en werkwijze van de beoordelende instanties doorgaans ongewijzigd zijn gebleven. Ook dit zorgt dus voor vertraging bij het beschikbaar maken van innovatieve geneesmiddelen.
Tot slot hangt ook veel af van in hoeverre de nationale gezondheidszorg in een land klaar is voor de vernieuwingen. Is er wel voldoende budget op ziekenhuisniveau om op nieuwe behandelmethoden over te schakelen? Zijn de behandelvoorschriften wel up to date? Als dat niet gebeurd is, en de nieuwe innovatieve therapieën niet vastgelegd zijn, zullen veel artsen zich toch aan de oude regels houden, ondanks dat de nieuwe middelen wel vergoed worden. En daarnaast heeft de zorg niet in elk land in de EU hetzelfde niveau en zijn niet overal dezelfde apparatuur, middelen of kennis aanwezig.
Waar het nu om gaat is om manieren te bedenken om de vertragingen tegen te gaan. Er wordt hard gewerkt aan oplossingen, en eind januari vond er in Brussel een conferentie plaats waarbij stakeholders uit heel Europa het probleem bespraken.
Lees HIER meer over het EFPIA Oncology Platform en het Time to Patient Access initiatief. Geïnteresseerden en stakeholders worden uitgenodigd om mee te denken en te discussiëren.