Steeds meer meisjes worden in Nederland ingeënt tegen HPV (humaan papilloma virus). In een jaar tijd maakte de vaccinatiegraad een sprong van 59 naar 72 procent. Dat blijkt uit de jaarcijfers over 2019 van het RIVM, die deze week werden gepresenteerd.
De vaccinatie tegen het HPV-virus dat geassocieerd wordt met verschillende soorten kanker, en dan met name baarmoederhalskanker, is sinds 2009 onderdeel van het Rijksvaccinatieprogramma. Alle meisjes worden opgeroepen om in het jaar dat ze 13 jaar oud worden, twee HPV-inentingen te halen, elk half jaar een. Meisjes die ouder dan 15 zijn moeten drie keer geïnjecteerd worden. Vanaf 2021 worden de gratis inentingen ook aan jongens aangeboden. Jongens kunnen nu ook al ingeënt worden door de huisarts of bij de GGD, maar dat is dan niet gratis.
De leeftijd van 13 jaar is gekozen omdat de meeste meisjes op die leeftijd nog niet seksueel actief zijn, wat de effectiviteit van het vaccin versterkt. HPV is een virus dat vooral via seksueel contact wordt overgedragen, en dat de medeveroorzaker kan zijn van met name baarmoederhalskanker, maar ook andere kankers in de schaamstreek, anuskanker en keelkanker.
Op zich is HPV een veel voorkomend virus, geschat wordt dat 80 procent van alle mannen en vrouwen in hun leven een HPV-infectie krijgen. Het virus is erg besmettelijk, en een condoom biedt geen afdoende bescherming omdat het virus ook bijvoorbeeld via de vingers overgedragen kan worden. Meestal merken mensen daar weinig of niets van, afgezien van kleine klachten zoals jeuk, een branderig gevoel. Soms zijn symptomen wat erger, zoals pijn en bloedingen.
Het afweersysteem slaagt er haast altijd in om het virus binnen twee jaar te neutraliseren. Maar in enkele gevallen veroorzaakt het virus kanker. In Nederland gaat het om 1000 vrouwen en 500 mannen per jaar. Baarmoederhalskanker is daarbij goed voor 700 van die gevallen, en 200 vrouwen overlijden jaarlijks aan die ziekte.
Baarmoederhalskanker is een soort kanker die relatief veel slachtoffers eist. Wanneer de ziekte zich in een vroeg stadium bevindt is behandeling en genezing zeer wel mogelijk, maar vaak wordt de kanker pas ontdekt als er zich duidelijke symptomen voordoen, en dan is het vaak al te laat. Om die reden kent Nederland een bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker, waarbij vrouwen tussen de 30 en de 60 elke vijf jaar een uitstrijkje kunnen laten maken. Daarbij wordt onderzocht of het HPV-virus aanwezig is in cellen van de baarmoederhals.
Het HPV-vaccin zorgt ervoor dat de kans dat een meisje op latere leeftijd baarmoederhalskanker krijgt met 80% afneemt. Het biedt geen 100% zekerheid, en daarom moeten wordt vrouwen die al tegen HPV ingeent zijn toch aangeraden na hun dertigste deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek, en regelmatig een uitstrijkje te laten maken.
Hoewel de HPV-prik al sinds 2009 wordt aangeboden in het Rijksvaccinatieprogramma, heeft het lang geduurd voordat de campagne aansloeg. Er bestond lange tijd veel scepsis over het nut van de vaccinatie, en er waren veel verhalen over allerlei bijwerkingen die mensen afschrikten. Door uitgebreide voorlichting en het actief bestrijden van desinformatie en ‘fake news’, vooral op social media, lijkt het tij nu gekeerd te zijn en laten verreweg de meeste meisjes zich inenten.