In Nederland staat het patiënten vrij om zelf te kiezen in welk ziekenhuis ze behandeld willen worden. Het ene ziekenhuis is immers het andere niet; ziekenhuizen die bepaalde behandelingen vaak uitvoeren behalen daar meetbaar betere resultaten mee. De Nederlandse Federatie van Kankerpatiënten (NFK) onderzocht hoe het zit met de keuze van kankerpatiënten voor het ziekenhuis waar ze behandeld worden. Het blijkt dat net iets meer dan de helft van de patiënten niet nagedacht heeft over welk ziekenhuis de beste keus is voor de behandeling van hun vorm van kanker.
De NFK liet bijna 7400 kankerpatiënten en ex-patiënten in oktober een vragenlijst invullen. Het NFK wil dat patiënten beter beseffen dat ze zelf kunnen kiezen waar ze behandeld worden, en dat er wel degelijk verschillen bestaan tussen ziekenhuizen. Temeer daar de oncologische zorg steeds specialistischer en complexer wordt.
“Voor vrijwel alle vormen van kanker geldt dat de ontwikkelingen snel gaan, dat de mogelijkheden voor diagnostiek en behandeling steeds ingewikkelder worden, en dat artsen een behoorlijk aantal patiënten moeten zien en behandelen om voldoende klinische ervaring op te doen. Niet elk ziekenhuis biedt voor elke kankersoort het juiste specialisme. Het is daarom belangrijk dat patiënten bewust kiezen voor een ziekenhuis”, is de opinie van Arja Broenland, directeur-bestuurder van NFK.
Afstand blijkt een belangrijk selectiecriterium te zijn: 60% van de ondervraagden woont maximaal een half uur reizen van het ziekenhuis van hun keuze vandaan. Het blijkt dat vooral laag opgeleiden sneller kiezen voor het ziekenhuis dat het dichtste bij is, of dat ze al kennen van eerdere behandelingen. Hoogopgeleiden kiezen daarentegen relatief vaker voor een universitair ziekenhuis, ook als dat verder weg ligt.
Opmerkelijk is dat toch de helft van de ondervraagden zegt dat ze best bereid zijn om verder weg te reizen naar een ziekenhuis dat gespecialiseerd is in hun soort kanker. De cijfers wijzen namelijk iets anders uit: als reden voor de keuze van het ziekenhuis geeft 50% van de patiënten aan dat het in de buurt ligt, 40% van de patiënten kiest het ziekenhuis waar ze al eerder ervaringen mee hebben gehad, en slechts 26% kiest bewust voor een ziekenhuis omdat ze verwachten daar de beste behandeling te krijgen.
Tussen de 7400 ondervraagden bevinden zich 20% spijtoptanten die toch beter hadden uit willen zoeken in welk ziekenhuis ze de beste zorg konden krijgen. Van de groep spijtoptanten zou 35% toch liever een gespecialiseerd ziekenhuis gekozen hebben, en 30% zou een second opinion gevraagd hebben.
Van alle ondervraagden heeft maar zo’n 20% een second opinion ondergaan, en tot die groep behoren relatief veel hoogopgeleiden en mensen onder de 50 jaar. Maar 40% van de mensen kregen geen advies van hun medisch specialist waar ze terecht konden voor die second opinion. Volgens NFK lijkt het erop dat veel mensen het zelf maar moeten uitzoeken, terwijl de informatie moeilijk of niet toegankelijk is. NFK-directeur Arja Broenland noemt dat zorgelijk. “Wij werken hard aan de ontwikkeling van openbare, betrouwbare en begrijpelijke keuze-informatie over ziekenhuizen. We willen dat voor elke vorm van kanker duidelijk wordt waar welke expertise beschikbaar is. Maar dit kan alleen met medewerking van ziekenhuizen en medisch specialisten.”
Wie nu advies zoekt bij de keuze van een ziekenhuis wordt aangeraden contact te zoeken met de patiëntenorganisatie die verbonden is met de specifieke kanker waar iemand aan lijdt. Broenland: “Daarnaast moedigen wij je aan om ook aan je behandelend arts te vragen: wat is voor mijn vorm van kanker en mijn situatie het beste ziekenhuis? En: hoe gespecialiseerd zijn jullie in mijn vorm van kanker? Hoe vaak voeren jullie mijn beoogde behandelingen uit? Sta stil en kies bewust.”
Vereniging SONCOS, waarin oncologen, radiologen en oncologisch chirurgen samenwerken, maakt zich al tien jaar sterk voor volumenormen. Bepaalde procedures zijn dermate gecompliceerd, en vaak ook zwaar voor de patiënt, dat die het beste overgelaten kunnen worden aan ziekenhuizen die daar veel ervaring mee hebben. Wie een bepaalde operatie vaak uitvoert wordt daar immers steeds beter in, is de gedachtegang. Sommige kankeroperaties worden daardoor haast alleen in universitaire of topklinische ziekenhuizen uitgevoerd, en niet of nauwelijks in reguliere ziekenhuizen. Daarbij horen met name alvleesklierkanker (67% in UMC’s, 33% in topklinische centra, 0% in reguliere ziekenhuizen), sarcoom (85% in UMC’s), hoofd-halskanker (80% in UMC’s), en gynaecologische kanker (behalve baarmoederkanker), 61% in UMC’s.
Bron
1. Lees hier het volledige onderzoeksrapport van de NFK.