Het overgrote deel van de zorginnovaties die bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) gemeld wordt voor een experiment, komt na verloop van tijd terecht in de reguliere regelgeving, wat betekent dat die innovaties structureel bekostigd kunnen worden. Dat constateert de NZa na evaluatie van 133 bij haar gemelde innovatieprojecten tussen 2012 tot 2018. Daarom wil de NZa haar rol als aanjager van zorginnovatie in de toekomst verder uitbouwen.
De NZa ziet zorginnovatie als een belangrijk middel om de kosten te beheersen. Door middel van technologische maar ook farmaceutische innovaties kunnen mensen langer thuis blijven of hoeven ze minder vaak naar de dokter of specialist. Dat scheelt in de kosten, maar ook in de werkdruk die zorgverleners ervaren. Dankzij innovatieve apps kunnen patiƫnten bijvoorbeeld hun gegevens aan hun behandelaars doorgeven, of een deel van hun therapie online ondergaan.
Bij de NZa kunnen zorgaanbieders en verzekeraars financiering aanvragen voor een experiment in zorginnovatie dat maximaal 3 jaar kan duren. Daarna moet duidelijk zijn of het experiment geslaagd is, en dan op reguliere wijze vergoed kan worden.
Van de 133 bekeken innovatieprojecten tussen 2012 en 2018 vielen er 96 in de eerstelijnszorg, en daarbinnen betroffen 43 projecten de huisartsenzorg. In de medisch-specialistische zorg waren er 19 projecten, de rest werd onderverdeeld tussen langdurige zorg, geestelijke gezondheidszorg en sector-overstijgende zorg.
De NZa is tevreden met de resultaten en wil de functie als aanjager van innovatie verder uitbouwen. Komend jaar organiseert het NZa daarom het InnovatieFest, een evenement om samen met zorgaanbieders, zorgverzekeraars en zorgkantoren innovaties te signaleren, te stimuleren en verder te brengen.
Bron
1. Nederlandse Zorgautoriteit